Opgebiecht: ‘M’n collega’s weten niet dat ik lesbisch ben’
Marjan (31): ‘Mensen denken dat de zorg een supersociale sector is om in te werken, maar uit ervaring weet ik dat dat echt niet altijd zo is. Ik werk als activiteitenbegeleider op een woongroep voor mensen met een geestelijke beperking en ik ben lesbisch. Maar dat laatste houd ik op m’n werk angstvallig geheim.
Als ik m’n ware (seksuele) aard zou tonen, ben ik over een paar maanden werkloos. Ik vertelde dit een tijdje geleden aan m’n vriendinnen en zij keken me ongelovig aan. Ik moest niet zo gek doen: als ik m’n werk goed deed, zou ik me geen zorgen hoeven maken.
Helaas weet ik beter. Vorige week moest een mannelijke collega vertrekken omdat hij ‘niet goed in het team paste’. Niemand had ooit geklaagd over z’n functioneren en de bewoners waren gek op hem. Toch hoefde hij niet meer te komen nadat onze manager er achter kwam dat hij een relatie heeft met een man. Na een lange werkdag kwam z’n vriend hem ophalen en ze begroetten elkaar met een zoen. Toen was het uit met de pret. Eerst ging hij terug in uren, daarna werd z’n contract niet verlengd. Onbegrijpelijk. En hij is niet de eerste homo die hier met een vaag smoesje wordt weggestuurd.
Ik werk al jaren in de zorgsector en door allerlei bezuinigingen heb ik bij heel wat verschillende instanties gewerkt. Mijn huidige werkgever is een christelijke instelling. Tijdens het sollicitatiegesprek is het geloof wel ter sprake gekomen, maar is ook gezegd dat ik als ongelovige van harte welkom was. Natuurlijk heb ik op de werkvloer wel eens ‘oeps momentjes’. Als ik verdomme roep als ik me stoot, of als ik aan een stagiaire vraag of ze in het weekend lekker op stap is geweest. Dat doen ze natuurlijk niet, want dan zitten ze de volgende ochtend niet fris en fruitig in de kerkbankjes.
Gelukkig levert het nooit echt problemen op. Mijn motto is ‘leven en laten leven’ en dat werkt eigenlijk altijd prima. Tot ik dus doorkreeg dat homoseksualiteit hier heel gevoelig ligt. Toen ik m’n contract tekende, was ik vrijgezel, maar sinds een paar maanden heb ik een leuke vriendin. We kennen elkaar via Tinder en hebben het hartstikke fijn samen. Ze woont aan de andere kant van het land, waardoor we elkaar weinig zien. Dat gaan we oplossen door samen een huis te kopen. Superleuk!
Opgebiecht
Nu ben ik het type dat werk en privé sowieso gescheiden houdt. Ik heb m’n collega’s nog niet veel verteld over deze ontwikkelingen. Toen we net aan het daten waren, vond ik dat erg lastig, want ik was tot over m’n oren verliefd en wilde het liefst de hele dag over Janien praten. Ik heb wel wat over de dates verteld, maar refereer steeds aan haar als ‘Jan’. Ik gebruik ook woorden als ‘verkering’, ‘lief’ of ‘partner’ als het over haar gaat. Voor de goede verstaander zeg ik daarmee eigenlijk al genoeg, maar op m’n werk hebben ze dat, denk ik, nog niet door.
Hetero’s hebben echt geen idee hoe blij ze moeten zijn dat ze lekker enthousiast over hun liefdesleven kunnen praten. Dat doen ze gewoon zonder erover na te denken. Net als hand in hand over straat lopen. Als homo’s en lesbiennes het over relaties hebben, moeten ze vaak eerst even nadenken hoe ze het een en ander gaan formuleren. Even inschatten hoe de informatie zal vallen. Als ze hun geliefde in het openbaar een zoen willen geven, kijken ze even om zich heen om de risico’s in te schatten.
Ik ben bijna aan het einde van mijn tweede contract en ik heb zicht op een vaste aanstelling. Een contract dat ik nodig heb om samen met ‘Jan’ een huis te kunnen kopen. Ik hoop dat ik mijn geaardheid tot die tijd geheim kan houden op m’n werk.’
Bron: Redactie Flair