Misbruik binnen de Jehova gemeente: 'Strafbare feiten houd je intern. Ook als je misbruikt bent’
De vader van Emily (34) was ouderling bij de Jehova’s getuigen, binnen de gemeente een man met gezag. En een man die haar van haar derde tot haar tiende misbruikte.
Kwade geesten en uittredingen
“Mijn vader is altijd spiritueel geweest. Hij deed aan spiritisme, geloofde in geesten. Ook in kwade geesten. Hij had vroeger, voor mijn geboorte, een altaar op zolder waar hij aan uittredingen deed. Daar mocht niemand komen. Als er iets verplaatst zou worden, zou hij niet terug kunnen komen in zijn lichaam. Dat was wat hij tegen mijn moeder zei. Rond 1975 sloot hij zich aan bij de jehova’s. Mijn moeder was daar blij mee, ze vond dat hij ten goede veranderde toen hij Jehova’s getuige werd. Voor die tijd was hij vaak agressief en de agressie werd minder.
Mijn geboorte ging gepaard met een hoop ophef. Ik ben geboren met het U-antigeen in mijn bloed. Antigenen zijn lichaamsvreemde stoffen die je lijf als zodanig herkent en waar het antistoffen tegen aanmaakt. In mijn geval werkte het simpel gezegd zo dat mijn moeder en ik antistoffen aanmaakten tegen elkaar. Om die reden had ik een
bloedtransfusie nodig om mijn leven niet in gevaar te laten komen. Alleen zijn bloedtransfusies bij de Jehova’s
getuigen verboden.
Artsen hebben nog geprobeerd om mijn ouders uit de ouderlijke macht te ontzetten om me alsnog een bloedtransfusie te kunnen geven, maar dat is niet gelukt. Het risico was groot, maar ik heb het gered. Door deze kwestie, die landelijk in het nieuws was, kreeg mijn vader een speciale status binnen de gemeenschap. Want wij hadden ‘een beproeving doorstaan’ en waren door God zelf gered. Mijn vader had aanzien. Hierdoor én omdat hij ouderling was. Dat zijn de mensen die de gemeenten leiden en de Bijbellezingen doen. Als er problemen zijn, zijn zij degenen naar wie je toe gaat. Dus zelfs met strafbare feiten stap je naar de ouderling en het interne gerechtelijke comité. Ook als je misbruikt bent.”
Loyaal aan de dader
“Mijn vader was pionier, wat betekent je maandelijks een verplicht aantal uren de deuren langsgaat om het evangelie te verkondigen. Ik moest geregeld met hem mee. Soms maakten mensen dan een opmerking: ‘Wat erg dat je je kind meeneemt.’ Dan werd hij achteraf heel kwaad en zei dat het mijn schuld was, omdat ik niet blij genoeg keek. In de auto naar huis deed hij dan weer van alles met me. Dan zei hij dat ik me maar op de Bijbel moest concentreren. Hij heeft me niet letterlijk gepenetreerd, maar deed wel alles wat een man daaromheen kan doen. Ik durfde nooit te
zeggen dat ik dit niet wilde. Het grote probleem met incest – buiten het misbruik zelf natuurlijk – is dat je niet uit de situatie kunt komen. Je woont bij de dader in huis. Het is iemand van wie je afhankelijk bent en aan wie je, ondanks alles, als kind ook vaak loyaal bent. Ik zat letterlijk gevangen in de situatie, zo voelde het. Mijn vader zei dat als ik iets zou vertellen, ik zou worden weggehaald door Jeugdzorg en mijn familie nooit meer zou zien.”
“Tegen de tijd dat ik een jaar of negen was, bracht mijn vader het als een soort seksuele voorlichting. Hij wilde me laten zien ‘hoe seks zou moeten zijn.’ Terwijl eigenlijk alles wat hij deed verboden was bij de jehova’s, zoals masturbatie en orale seks. Ik moest ook aan hem zitten. Op een bepaald moment, ik was inmiddels tien, kreeg ik last van jeuk en rare bultjes bij mijn vagina. Dat heeft hem denk ik afgeschrokken. Mijn moeder behandelde het met een zalfje en vanaf dat moment liet m’n vader me op seksueel vlak met rust. Inmiddels denk ik dat mijn moeder destijds al bedenkingen en vragen had, al heeft ze dat naar mij toe nooit toegegeven. Over vroeger praten wij eigenlijk niet. Nog steeds niet. Het is iets wat we allebei moeilijk vinden. Mijn moeder was zelf ook slachtoffer van het gewelddadige, dreigende gedrag van mijn vader.”
Lees ook Drie kids én een carrière: ‘Dat mijn man een stapje terug kon doen, kwam geen seconde bij ons op’
Dagboeken gekopieerd
“Op m’n negentiende ging het zo slecht met me, dat ik een zelfmoordpoging deed. Ik kon me niet voorstellen dat ik
ooit nog een normale toekomst zou krijgen, dus heb ik op een avond allerlei verschillende pillen ingenomen. Mijn ouders vonden me de volgende ochtend. Ik werd wakker op de intensive care en heb daar nog een dag of drie gelegen. In die tijd heeft mijn vader thuis m’n spullen doorzocht. Zo kwam hij erachter dat ik rookte en een vriendje had. Hij heeft vervolgens mijn dagboeken gekopieerd en me aangegeven bij de andere ouderlingen.”
Uitgesloten door de gemeenschap
“Ongeveer twee maanden na mijn zelfmoordpoging werd ik opgeroepen om voor het interne gerechtelijke comité van de jehova’s te verschijnen. De aanklacht was roken en een verhouding met een ‘werelds’ vriendje. Ik heb toen eerlijk gezegd dat ik spijt had van het overtreden van de regels, maar dat ik mijn relatie niet wilde opgeven. Uiteindelijk maakten ze hun keuze: ik werd uitgesloten.”
Verwarrende tijd
“Pas toen ik 21 was en een online forum vond waar twijfelende jehova’s en ex-leden samenkomen, gingen mijn ogen langzaam open. Via deze site kwam ik ook terecht bij een organisatie die bezig was met het aankaarten van misbruik binnen de jehova’s. Ik las dat ze tienduizenden dossiers hadden van misbruik binnen de organisatie. Daar schrok ik verschrikkelijk van. Het was een heel verwarrende tijd. Al mijn zekerheden, alles wat ik had geleerd in m’n jeugd en voor waar had aangenomen, stond ineens op losse schroeven. Het voelde alsof ik nergens houvast meer had. ”
Lastercampagne
“In 2010 heb ik een zus van mijn vader verteld over het misbruik. Zij is nooit jehova geweest en heeft haar gezin
uit bescherming altijd bij me weggehouden. Maar omdat ik was verstoten, maakte ze zich zorgen. Uiteindelijk kreeg mijn vader lucht van wat ik haar had verteld. Hoe dat precies is gegaan, weet ik niet. Het enige wat ik weet, is dat mijn moeder ineens voor de deur stond en heel erg bang was voor wat mijn vader zou doen. Nadat ze hoorde wat er met mij was gebeurd, wilde ze direct scheiden.”
“Vanaf het moment dat ze dat ook binnen de gemeente aankondigde, is de lastercampagne van mijn vader
begonnen. Nooit is er zelfs maar een ouderling bij haar langs geweest, noch is er een poging tot contact geweest in mijn richting. De enige die ze hierover hebben gesproken, is mijn vader zelf. En mijn vader werd geloofd, zonder enige wederhoor.”
Kracht in plaats van haat
“Op zijn sterfbed vijf jaar geleden heb ik toch vrede met hem gesloten. Al had ik zelf niet verwacht dat ik daartoe in staat was. Ik deed het voor mezelf. Voor mijn eigen verwerking. Ik heb mijn vader heel lang gehaat en heb jarenlang gedacht dat ik alleen naar zijn uitvaart zou gaan om te kijken of hij echt dood was. Maar daar aan zijn ziekbed voelde het anders. Hij had kanker en was zwaar vermagerd. Ineens zag ik niet langer die enge, boze, sterke man. Spijt heeft hij nooit betuigd, maar dat was niet meer belangrijk. Ik voelde me enorm sterk op dat moment. Ik heb een gezin, een geweldige dochter. En dat kan niemand me afnemen.”
Het hele verhaal lees je in Flair 12-2020. Deze ligt t/m 24 maart in de schappen. Wil je ‘m liever laten bezorgen? Bestellen (of nabestellen) kan hier.