Nicki  Beeld Yara Brouwer
NickiBeeld Yara Brouwer

Nicki (45) struggelt met een verleden vol afwijzing: ‘Ik kon mijn dochter niet geven wat ze nodig had’

Na een leven vol afwijzing koos Nicki (45) voor een man op wie ze niet verliefd was. Toen ze een dochter kregen, ging alles bergafwaarts en na de scheiding stond Nicki met lege handen: haar dochter woont bij haar vader.

“Haar liefde geven lukte niet. Je kunt niet geven waarover je zelf niet beschikt.”

Rode draad

“Afwijzing is een rode draad in mijn leven. Sterker nog, mijn leven is er letterlijk mee begonnen. Mijn moeder was zwaar schizofreen en wist niet dat ze zwanger was toen de bevalling zich inzette. Ze dacht waarschijnlijk dat ze een grote boodschap moest doen toen ze de weeën voelde. Ik ben door een wijkverpleegkundige, die geregeld bij mijn moeder poolshoogte kwam nemen, uit de wc gevist.

Mijn moeder is met spoed opgenomen op de psychiatrische afdeling en ik kwam als ‘prematuurtje’ in een couveuse terecht. In mijn moeders armen heb ik nooit gelegen. Warmte heb ik niet gevoeld. Van mijn vader hoefde ik dit ook niet te verwachten. Hij was dakloos en drugsverslaafd. Zowel zijn ouders als de ouders van mijn moeder zaten niet te wachten op een baby. Een kind van een drugsverslaafde en een verstandelijk beperkte kon niet veel goeds betekenen, dachten zij.

Afwijzing

Ik werd in een kindertehuis geplaatst en kwam op een kamer terecht met twintig andere baby’s. Van mijn adoptiemoeder hoorde ik later dat het een plek was waar ze de fles in de wieg gooiden en een paar keer per dag alle luiers verschoonden. Sprake van aandacht, laat staan liefde, was er niet. Waarschijnlijk heb ik ruim een jaar doorgebracht binnen de grenzen van mijn wiegje tot mijn adoptiefamilie interesse in mij toonde. Mijn adoptieouders hadden al drie tienerzoons, maar mijn adoptiemoeder droomde van een meisje.

In het tehuis kon ze een baby uitkiezen alsof het een schattige puppy was. Tegenwoordig vinden er allerlei screenings plaats als je een kind wilt adopteren, maar ruim veertig jaar geleden was het een kwestie van: ‘Wil je haar hebben? Neem maar mee!’ Zo werd ik op mijn tweede voor het eerst in mijn leven onderdeel van een gezin. Ik kon helemaal niks. Ik had nooit gespeeld, er had niemand tegen mij gepraat, ik kon niet lopen en huilde continu.

Mijn adoptieouders hadden geen idee wat ze met mij aan moesten. Mijn adoptiemoeder wilde een schattige baby, geen probleemkind. Later vertelde ze dat als ik begon met huilen, ze mij in mijn kamer legde en de deur sloot zodat ze mij niet kon horen. Ze had al drie kinderen en kon mijn ‘gedoe’ er niet bij hebben. Alleen als ik haar lieve meisje kon zijn, als ik schattig op haar schoot kon zitten wanneer zij daar zin in had, gaf ze mij liefde.”

Persoonlijke pop

“Ik groeide op als een onzeker kind dat zich nooit goed genoeg voelde. Ook op school werd ik afgewezen. Mijn adoptiemoeder had mij tot mijn vierde als haar persoonlijke pop thuisgehouden. Ik had nooit geleerd hoe ik met leeftijdsgenootjes moest omgaan. Kinderen vonden mij raar. Nergens vond ik aansluiting. Toen mijn adoptieouders op mijn tiende ook nog vertelden dat ik geadopteerd was, stortte mijn kinderwereld in. Ik had mij altijd anders gevoeld, maar het waren wel mijn papa en mama. Ik voelde mij verraden.

Mijn broers, met wie ik al nauwelijks een band had, wreven het erin dat ik er niet écht bij hoorde. Ik kan mij herinneren dat ik het onwerkelijk vond. Het gevoel dat ik van niemand was. Maar jong als ik was, verdween het ook weer snel naar de achtergrond. Het leven ging door en we spraken er niet meer over. Als ik nu terugblik op mijn jeugd voel ik verdriet voor dat kleine meisje, maar de waarheid is dat afwijzing en eenzaamheid mijn ‘normaal’ waren.

Words hurt

Ik groeide op met de overtuiging dat ik altijd alleen was geweest en altijd alleen zou blijven. Ik werd op de middelbare school gesterkt in die overtuiging door een jongen die zei dat ik zo afschuwelijk en lelijk was, dat ik nooit een vriendje zou krijgen. ‘Er is niemand die ooit met jou wil zijn’. De tranen rolden over mijn wangen terwijl hij deze woorden op het schoolplein naar mij schreeuwde.

Het zijn de woorden die ik tot mijn negenentwintigste met mij heb meegedragen. Het levensjaar waarin ik een man ontmoette die wél met mij wilde zijn. Dat ik niet verliefd op hem was, maakte mij niet uit. Dit was mijn kans op een nieuw verhaal. Mijn kans om ergens bij te horen. En ik besloot die kans te pakken.”

De rest van deze Real Life staat in Flair 17-2023. Meer van zulke verhalen lees je wekelijks in Flair.

Jadrike BoelsYara Brouwer

Op alle verhalen van Flair rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@flair.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden