PREMIUM
Mirjam (39) vindt haar man niet meer aantrekkelijk: ‘Hij komt alleen maar aan. Dat irriteert me meer en meer’
Woest aantrekkelijk vond Mirjam (39) haar man toen ze hem leerde kennen, maar nu… “Hij denkt dat ik geen zin meer heb in seks. Maar ik heb geen zin meer in hém.”
“Ooit was Wessel een aantrekkelijke man. Een goede vangst, zo omschreven mijn vriendinnen hem. Niet alleen omdat hij lief en intelligent was en een goede baan had, ook om zijn innemende uitstraling, zijn guitige lach en machostoppels. En zijn afgetrainde lijf! Natuurlijk was zijn uiterlijk niet de reden waarom ik met hem trouwde.”
Trots
“Ik koos voor hem omdat ik bij hem een thuis vond. Mijn ouders overleden jong, ik stond al vroeg op eigen benen en ben daar heel zelfstandig door geworden. Zó zelfstandig, dat mensen me als sterk zien en mijn schouder weten te vinden als ze willen uithuilen. Bij Wessel merkte ik dat ook ík klein mocht zijn. Dat ik op hem kon leunen. Een verademing. Toen we trouwden, twijfelde ik geen moment. Dit was de man met wie ik verder wilde. In voor- en tegenspoed. Dat hij er geweldig uitzag in zijn grijze pak, maakte me trots.
Schaamte
“Maar ik verheugde me ook al op het moment dat we in het bejaardentehuis zouden zitten. Hij kaal, grijs of dik: dat zou allemaal níéts uitmaken. Hoewel we nog steeds samen zijn en elkaar inderdaad bij alle pieken en dalen bijstaan, blijkt dat op sommige punten moeilijker dan ik op mijn huwelijksdag had voorzien. Ik voel me daar schuldig over, schaam me er zelfs voor.”
Droom waar ik ooit naar verlangde
“Want het essentieelste – het thuisgevoel – geeft Wessel me nog steeds. Samen hebben we een zoon en een dochter en we vormen een hecht viertal. Ik ben blij met de goede, open band die we met onze kinderen hebben. Wessel is een fantastische vader. En nog altijd lief en zorgzaam voor mij. Mijn leven is de droom waar ik ooit naar verlangde. Maar er zit een onverwacht smetje op ons bestaan dat ik niet had voorzien en waar ik me maar niet overheen kan zetten: Wessel lijkt qua uiterlijk in niets meer op de man van vroeger.”
Niet goed
“Hij is ruim dertig kilo aangekomen. Dat komt voornamelijk door een schildklierziekte. Hij heeft daar allerlei behandelingen voor gehad en slikt dagelijks medicijnen, maar zijn stofwisseling is tochblijvend vertraagd. “Zijn ziekte was de start van het zogenaamde ‘rollende balletje’. Doordat hij steviger werd en minder fit, kwam hij niet zo vaak meer in de sportschool. Hij liep een rondje minder wanneer hij ging joggen. Totdat hij gewoon op de bank bleef zitten. Met toastjes en wijn. Hij legt zich neer bij wat hij ‘het onvermijdelijke’ noemt. ‘Ik heb jou toch?’ zei hij grappend. ‘Jij en de kinderen houden toch wel van me. Het is wel goed zo!’ Wat hij niet weet, is dat het voor mij níét goed is.”
Meer en meer
“Het heeft lang geduurd voordat ik dit aan mezelf durfde toe te geven. Zijn ziekte, daar kon hij immers niets aan doen. Ik zag ook hoe de medicijnen hem opbliezen. In eerste instantie maakte ik me alleen maar zorgen om hem en zoende zijn bolle gezicht met net zo veel liefde als altijd. Ik dacht toen nog dat het tijdelijk was. Helaas bleek dat vergeefse hoop; Wessel komt alleen maar aan. Mij irriteert dat meer en meer. Eerst vond ik het nog wel schattig, die zachte buik van hem, waar ik mijn hoofd op kon leggen en die dan helemaal mee veerde. Totdat ik, als ik lepeltje-lepeltje achter hem lag, mijn arm niet meer om hem heen kreeg.”
Eens per twee maanden
“Vroeger waren er altijd vrouwen die hun hoofd omdraaiden als ik met Wessel op straat liep. Hoe fijn ik dat vond, besefte ik pas toen het niet meer gebeurde. Het is sterker dan mezelf: ik mis het lichaam van mijn oude Wessel gewoon heel erg. Hij is nog dezelfde persoon, dat weet ik. Maar toch ook weer niet. Op seksueel gebied is het rustig geworden. We doen het nog wel, maar hooguit eens per twee maanden. Wessel denkt dat ik geen zin meer heb. Dat heb ik wel, maar niet meer in hém.”
Selma (46) kreeg jong Parkinson
‘Als het gevaarlijk was, zouden ze ons er toch niet laten werken?’
Onfatsoenlijk
“Zelf zie ik er verzorgd uit, ik ben erg ijdel. Ik zou nooit echt vreemdgaan, maar ik fantaseer wel steeds vaker over andere mannen. Ik worstel erg met dit probleem. Het uitdijen van Wessel is zo geleidelijk gegaan, dat er nooit een juist moment was om aan de bel te trekken. Hij heeft dan ook geen idee van mijn gevoelens. En ik durf ze niet te uiten; ik vind het onfatsoenlijk. Als ík door een ziekte erg was aangekomen, had ik toch ook gewild dat Wessel er door dik en dun voor mij was? Waarom kan ik deze gevoelens dan niet van me afschudden?”
Deze Real Life komt uit Flair 04-2023. Meer van dit soort verhalen lees je wekelijks in Flair.