PREMIUM
Janneke stapte uit de ratrace na de zelfdoding van haar broertje: ‘Wat voor leven had ík?’
Ze had een lieve partner, een mooie baan en een koophuis, maar gelukkig was Janneke van den Brink (40) niet. Ze stapte uit de ratrace, verkocht haar huis en leeft inmiddels een financieel vrij leven in Portugal: “De zelfdoding van mijn broertje zette mij aan het denken over mijn eigen bestaan. Wat voor leven had ík?”
Slechte film
“Terwijl ik door de instelling werd geleid, leek het alsof ik in een slechte film was beland. Een volledig vervallen gebouw, afgebladderde verf op de muren en lange gangen waar mensen verdwaasd rondliepen. Mijn intelligente broertje die altijd overal een antwoord op had, zat nu op een afdeling met mensen die totaal de weg kwijt waren. De psychiater opende de deur en eindelijk was het moment daar: na weken grote zorgen te hebben gehad, een vliegreis van dertig uur en een tocht door Sydney, zag ik mijn broertje terug. Hij zat op een houten bankje tegen de muur. In elkaar gedoken met een gebogen rug, met vreemde kleren aan en een gek petje op. Hij draaide zich om, keek ons aan en barstte in tranen uit. De tranen rolden over onze wangen en we bleven elkaar knuffelen.
Ik groeide op in Schoorl met mijn oudere zus, tweelingzus en broertje. Mijn vader was 22 jaar ouder dan mijn moeder en overleed toen we pubers waren. Mijn vier jaar jongere broertje Evert bleef als enige man in ons gezin over. Hij voelde zich altijd verantwoordelijk voor ons, maar had het zelf allesbehalve makkelijk. Hij was briljant; speelde met het grootste gemak muziekstukken van Bach en Mozart, maar hij voelde zich onbegrepen en depressief en vermoedde zelf dat hij asperger (een vorm van autisme, red.) had. Zelf was ik een gelukkig kind, maar dit veranderde toen ik ging studeren en me steeds vaker somber voelde. Ik stond ’s ochtends weleens te huilen onder de douche, puur om het feit dat de dag weer was begonnen.
Tijdens etentjes had ik paniekaanvallen; dan brak het zweet me uit en trilden mijn handen zo erg dat ik mijn bestek niet meer kon oppakken. Mijn huisarts schreef me toen ik 21 was antidepressiva voor om mijn depressies onder controle te houden. De medicatie vlakte me af en ik zocht afleiding voor mijn gedachten door mijn agenda vol te proppen met festivals en feestjes. Met mijn broertje had ik hier soms discussies over: ik was ervan overtuigd dat je een vrije keuze hebt om iets van je leven te maken, hij wist zeker dat alles al was voorbestemd: het was het lot.”
In een gesloten inrichting
“Toen ik mijn grote liefde Jacco leerde kennen, vulde hij de geluksstofjes in mijn hoofd enorm aan. Door de verliefdheid lukte het me om na zes jaar te stoppen met de antidepressiva. Met mijn broertje ging het in diezelfde periode juist helemaal niet goed. Hij sloot zich maandenlang thuis op en had met niemand contact. Mijn zussen en ik boekten een ticket naar Australië voor hem. Het leek ons goed als hij op reis nieuwe mensen leerde kennen en zijn eigen boontjes leerde doppen; we hoopten dat dit hem zelfverzekerder en blijer zou maken.
De eerste weken hadden we intensief contact, maar toen we ineens wekenlang niets meer hoorden, werden we ongerust. Dat bleek terecht: Evert was in een psychose terechtgekomen, op straat opgepakt en in een gesloten inrichting opgenomen. Samen met mijn moeder ben ik naar Sydney gereisd om hem op te halen. Het was een emotionele reis, waarbij ik mijn superlieve, slimme broertje doodongelukkig aantrof op een plek waar hij niet hoorde.”
Zelfdoding van broertje
“We mochten hem na een paar dagen gelukkig mee naar huis nemen en het was duidelijk dat hij hulp nodig had. Bij de GGZ kreeg hij de ene casemanager na de andere, maar beter werd hij niet. Hij kreeg bakken medicatie mee naar huis en liet zich vanwege suïcidale gedachten af en toe vrijwillig opnemen. Ik ben weleens huilend de gang opgerend na een gesprek met zijn hulpverleners, zo boos was ik dat ze hem volstopten met pillen.
Maar hij had ook goede periodes waarin hij de prachtigste muziekstukken schreef. Het ging fataal mis toen de GGZ een IQ-test bij hem afnam om te bepalen hoe hij kon herintegreren in de maatschappij. Evert, die vanwege de spanning een heleboel ‘pammetjes’ had geslikt, vond de uitslag zeer teleurstellend: wat was hij nu nog waard? Een dag voor kerst – ik was in een foute kersttrui onderweg naar mijn werk – belde mijn zus me om op te zeggen dat mijn broertje ‘het had gedaan’. Met een overdosis aan voorgeschreven medicatie nam hij de controle over zijn leven, door te sterven.”
Baan kwijt
“Het is hartverscheurend dat mijn broertje zich nergens thuis voelde. Ik zag hem steeds ongelukkiger worden en ben er kapot van dat hij er niet meer is. Een briljant programmeur, muzikant en bovenal een lief persoon, die zijn draai in de maatschappij niet wist te vinden. Het einde van zijn leven zette mij aan het denken over mijn eigen leven. Wat voor leven had ík? Werken was een ingesleten gewoonte geworden.
Ik had een vaste, mooie baan bij een beursgenoteerde uitgeverij, lieve collega’s maar ik dacht als ik naar mijn werk reed ook vaak: is dit écht alles wat ik uit het leven kan halen? Elke week leefde ik toe naar de vrijdag. De dag waarop je je klem zuipt om de stress van de week van je af te laten glijden. Ik wilde dat mijn leven veranderde, maar had geen idee hoe ik dat zelf voor elkaar kon krijgen.”
De rest van deze ‘Real Life’ staat in Flair 19-2023. Meer van zulke verhalen lees je wekelijks in Flair.