PREMIUM
Carolien (36) zegde haar leuke baan op: ‘Ik kon alleen met mijn man vrijen als ik aan mijn collega dacht’
Niemand snapt waarom Carolien (36) haar baan heeft opgezegd om ergens anders aan de slag te gaan voor een lager salaris. Maar ze kon niet langer omgaan met haar verliefde gevoelens voor een collega.
Leuke collega
“De eerste vier jaar was mijn collega Adriaan me nooit opgevallen. Hij zat op een andere afdeling, we hadden nog nooit een diepgaand gesprek gehad en qua uiterlijk was hij niet bepaald mijn type. Dus tot ons teamuitje in de Ardennen, nu tien maanden geleden, had ik nooit aandacht aan hem besteed.
Toen ik dat weekend met hem in een groepje werd ingedeeld, dacht ik zelfs nog: nee hè. Maar toen we met z’n vijven aan de slag gingen met het maken van een ideeënlijst en moodboard bleek hij opvallend slim. Hij zat vol goede, originele plannen die naadloos aansloten bij mijn gedachten. Toen ons groepje na afloop een presentatie moest houden, werden Adriaan en ik als vanzelf naar voren geschoven.
Normaal gesproken vind ik zoiets eng, maar met hem naast me voelde ik me sterk. Toen daarna de lunch klaarstond, ging ik naast hem zitten; we waren nog lang niet uitgepraat. Dat hele weekend bleven we naar elkaar toe trekken. Gewoon, op een vriendschappelijke manier. Maar ik kon er niet omheen dat hij me fascineerde.”
Om elkaar heen draaien
“Voordat we zondagavond naar huis gingen, stonden we met alle collega’s in een kring. We werden uitgenodigd elkaar nog even aan te kijken en te bedanken voor de getoonde inzet. En toen gebeurde het. Ik trof de ogen van Adriaan en het was alsof de bliksem insloeg. Ik bleef kijken, hij keek terug en verder leek alles op te lossen. Daarna zocht ik trillend mijn spullen. Ik groette niemand meer, wilde alleen maar weg. Terug naar mijn man en mijn kinderen. De hele reis naar huis bleef ik trillen. Steeds dacht ik aan Adriaan en ik miste hem toen al verschrikkelijk. Ik moest erom lachen en huilen tegelijk. Wat overkwám mij?
In de twaalf jaar dat ik ben getrouwd, zijn er heus wel meer mannen geweest die ik leuk vond; ik ben een vrouw en niet van steen. Maar het was altijd simpel om me tegen die gevoelens te verzetten. Ik hou van mijn man en koester ons huwelijk. Dat was een uitgemaakte zaak. Maar nu, in de auto op weg naar huis, vreesde ik al dat het dit keer anders zou worden. Die nacht kon ik niet slapen van de vlinders in mijn buik. De dag erna was ik vrij en op dinsdag ging ik nerveus naar mijn werk.
Ik was bang om Adriaan weer te zien en tegelijk bang om hem níét te zien. Ik was er nog maar net of hij kwam onze afdeling al op. Na wat omslachtige gesprekken hier en daar stopte hij bij mijn bureau. Ik zag in zijn ogen dat hij net zo zenuwachtig was als ik. En net zo verliefd. Al was ook hij al jaren getrouwd. Dit was het startpunt van maandenlang om elkaar heen draaien. Van elkaar quasi-toevallig opzoeken. Van net iets te dicht bij elkaar staan in de lift. Van onze blikken die elkaar in de kantine zochten.
Van kleine gesprekjes die voor een buitenstaander onbetekenend konden lijken, maar voor ons bijna elektrisch geladen waren. Maanden van mailtjes: altijd met een smoes, altijd met een zogenaamde aanleiding. Maar de enige echte aanleiding was natuurlijk dat we naar elkaar verlangden. En dat elke seconde contact al beter was dan niets. Al hebben we nooit benoemd wat er tussen ons speelde. We hebben ook nooit een zoen uitgewisseld. Maar ik weet honderd procent zeker dat ik net zo bij hem onder de huid zat als hij bij mij.”
Telkens afgeleid
“Ik waardeer het dat hij nooit een move heeft gemaakt. Ik weet niet of ik dan sterk genoeg was geweest. Want wat heb ik over hem gefantaseerd. En wat was dat heerlijk, in het begin dan. Toen het al genoeg was om te weten dat hij bestond. Om hem af en toe even te zien. Maar na een tijdje begon ik eronder te lijden. Ik kampte met gebroken nachten. Kon me slecht concentreren op mijn werk. Ook thuis was ik afgeleid, in het weekend was ik alleen maar met maandag bezig; dan kon ik weer werken. Een glimp van Adriaan opvangen. Langzamerhand werden de prettige vlinders in mijn buik pijnscheuten van frustratie. Het had invloed op de relatie van mijn man en mij. Ik werd ongeduldiger, snauwde hem af. Ik kon niet meer met hem vrijen. Tenzij ik aan Adriaan dacht, maar dan voelde ik me na afloop altijd zo slecht.”
Met stille trom
“Het was niet meer vol te houden. Voordat ik zou zwichten of er op een andere manier aan onderdoor zou gaan, besloot ik een andere baan te zoeken. Tot grote verbazing van mijn omgeving. Ik had het toch altijd zo naar mijn zin op mijn werk? Ja, dat was zo. Maar mijn verliefdheid zat me zó in de weg, dat er niets anders opzat. Zodra ik een nieuwe baan had, heb ik mijn ontslagbrief bij mijn baas ingediend en al mijn vakantiedagen opgenomen.
Daarna ben ik met stille trom vertrokken. Zelfs Adriaan heb ik niets laten weten. Want wat moest ik zeggen? Ik was bang dat ik dan alsnog voor de bijl zou gaan of alleen maar zou kunnen huilen. Wat héb ik ook gehuild in de auto naar huis. De tranen bléven maar komen. Maar ik weet dat het de enige juiste keuze was. Die nacht sliep ik eindelijk weer goed en hoewel ik nog steeds dagelijks aan Adriaan denk, begint hij wel naar de achtergrond te verdwijnen.
Ik heb weer aandacht voor mijn man, voor mijn kinderen, alles wordt langzaam weer normaal. In mijn nieuwe baan begin ik ook mijn draai te vinden. Ik mis mijn vroegere collega’s en verdien nu minder, maar het is wel weer rustig in mijn hoofd. Ik kan me weer focussen op het leven waarvoor ik heb gekozen, het leven dat ik wil behouden. Gelukkig was ik nog op tijd.”
Deze Real Life komt uit Flair 07-2023. Meer van dit soort verhalen lees je wekelijks in Flair.