PREMIUM
Birgit (38) wil een meisje: ‘Een vijfde zoon...die klap kan ik niet aan’
Natuurlijk is Birgit (38) blij met haar vier gezonde jongens. Toch gaat er geen dag voorbij dat ze er niet van baalt dat het haar niet is gelukt een meisje te krijgen.
“Het is een onderwerp dat een groot taboe is in Nederland: het geslacht van je kind bepalen. Medisch gezien kan het, maar het is niet toegestaan.”
Not done
“Bij het idee alleen al beginnen mensen ook massaal te steigeren. Ik vind dat stom. Ik ben ervan overtuigd dat er een dag gaat komen dat het net zo normaal zal zijn als de pil slikken. Ook dat was ooit not done.”
Teleurstelling verwerken
“In onze maatschappij zijn zo veel dingen maakbaar, maar zoiets essentieels als dit, daarvan vinden we dat het onaangetast moet blijven. Ik denk dat het niet lang meer zal duren, maar ja, tegen de tijd dat genderkeuze mag, ben ik vast te oud om nog kinderen te krijgen. Terwijl ik zó graag een meisje wil.
Als ik zeker wist dat die wens zou uitkomen, zou ik het zonder twijfel voor de vijfde keer aangaan: zwanger worden en bevallen. Hoe pittig ook, met vier zoons in de leeftijdscategorie van twee tot negen jaar. Maar ik heb geen zekerheid, helaas, het zal een gok blijven; net als bij mijn vierde. Dat werd opnieuw een jongen. Ik ben nog steeds bezig die teleurstelling te verwerken, nog zo’n klap kan ik niet aan.”
Alleen maar meiden
“Zelf kom ik juist uit een gezin met vijf meiden. Mijn vader zei vaak dat hij knetterdol werd in een huis met alleen maar vrouwen. En maar praten en maar lachen, wat waren we druk. Hij ontsnapte vaak naar zolder, maar ondertussen was hij hartstikke trots op ons. Of baalde hij er stiekem van dat hij alleen maar dochters had? Ik weet het niet en ik kan het hem of mijn moeder niet meer vragen, want ze zijn overleden. Maar als het al zo was, heeft hij dat nooit laten merken. Mijn moeder ook niet. Ik was als jongste hun oogappel. Ze hebben me alle liefde van de wereld gegeven.
Ik heb een prima jeugd gehad en ben altijd een zondagskind gebleven. Ik kon goed leren, zie er leuk uit en ontmoette mijn grote liefde al op mijn 24ste. Natuurlijk, ik was erg verdrietig toen mijn ouders overleden. Toch kon ik dat beter een plek geven dan deze pijn: dat ik geen dochter heb.”
Weer niet?
“Bij mijn eerste kind maakte het me niets uit wat er zou komen, als ik maar zwanger zou raken. Wat waren mijn man en ik blij met Leon. Hij kon zo schattig spelen met ons buurjongetje dat ik de tweede keer dat ik zwanger was hoopte dat ik weer een jongen zou krijgen. Ik wist als geen ander hoe leuk het is om een speelkameraadje in het gezin het hebben, ik gunde Leon een broertje.
Maar toen de derde kwam, ja, toen verlangde ik wel erg naar een meisje. Om eerlijk te zijn, had ik daar ook op gerekend, ik ben eraan gewend dat de dingen zo lopen als ik wil. Maar de natuur bleek sterker dan mijn wil: het was opnieuw een jongen. In eerste instantie kon ik het haast niet geloven. ‘Weet u het heel zeker?’ vroeg ik wel vijf keer bij de echo. Maar ik zag het zelf ook, na twee keer leer je daar wel een beetje oog voor hebben: een piemeltje. In de auto op weg naar huis was ik aangeslagen, hoewel ik dat gevoel snel van me kon afzetten. Het was simpel: het moest nog een keer over.”
Opnieuw proberen
“Het kostte me heel wat overredingskracht om mijn man zover te krijgen, maar uiteindelijk stemde hij in. Meteen toen ik zwanger was, vreesde ik dat het fout zat. Intuïtie? Tja, of angst. Ik wist dat ik maar vijftig procent kans had. En vier jongens: dat zou wel erg veel van het goede zijn. Gespannen wachtte ik de twintigwekenecho af. Ik ging alleen, bang dat ik bij mijn man geen toneel zou kunnen spelen. Dat was maar goed ook, bij de arts wist ik mijn tranen op het nippertje binnen te houden, maar buiten stroomden ze alsof ik net had gehoord dat mijn kind niet meer leefde. Overstuur zat ik in de auto, ik voelde me diep ellendig.
Thuis heb ik me zo goed mogelijk grootgehouden. Mijn man is enig kind, na hem heeft zijn moeder alleen maar miskramen gehad. Hij wist wel dat ik op een meisje hoopte, maar niet hoe kapot ik ervan was dat het weer niet was gelukt. Ook met mijn zussen, met wie ik verder alles deel, durfde ik er niet helemaal open over te praten. Een van hen is onvruchtbaar, een ander is jong weduwe geworden. In hun ogen ben ik nog altijd dat zondagskind, met mijn grote, bruisende gezin. Dat prent ik mezelf ook herhaaldelijk in: ik heb geen reden tot klagen.”
Marije (25) liet door klachten haar spiraal verwijderen
Weer een teleurstelling
“Ook de jongste is gezond, hij is een heerlijk ventje van wie ik veel hou. Dat heeft wel even geduurd, moet ik bekennen: de eerste maanden kon ik hem amper verschonen zonder dat ik de tranen voelde prikken. Maar hij heeft me met zijn lieve gekraai voor zich weten te winnen, gelukkig maar: het zou toch te erg zijn als ik het hem kwalijk zou nemen.
Evengoed zitten de tranen nog vaak hoog. Ik voel ze al branden bij zoetsappige reclames op tv, met gezinnen met een koningsduo. Zelfs op de crèche van mijn jongste heb ik er last van. Ik probeer niet naar de meisjes uit zijn groep te kijken. Die schattige koppies, die vrolijke kleding, de versieringen in hun haar: alles doet me pijn.
Ik hoop dat het ooit zakt en ik niet meer verdrietig ben dat ik geen dochter heb. Ik moet ermee leren leven. Want nóg een keer de hoop en mogelijk weer de teleurstelling: nee.”