Aarti O’Varma  Beeld Iris Tempelaar
Aarti O’VarmaBeeld Iris Tempelaar

PREMIUM

Aarti (46) was shopverslaafd: ‘Zelf had ik niet het idee dat mijn koopgedrag abnormaal was’

Aarti O’Varma (46), moeder van een dochter (13) en een zoon (10), was jarenlang verslaafd aan online shoppen. Duizenden euro’s gingen iedere maand op aan kleding. Totdat ze de leegte niet meer kon opvullen en hulp zocht.

“Ik voelde me zo ongelukkig.”

Shopverslaafd

“Ik gaf altijd al veel geld uit aan kleding, maar na het overlijden van mijn vader in 2013 gingen alle remmen los. De hele dag was ik met bijna niets anders bezig dan met winkelen. Sieraden, schoenen, kleding, tassen: soms ging de deurbel wel acht keer per dag om al mijn aankopen te kunnen bezorgen. Shoppen gaf mij een fijn en gelukzalig gevoel. Dit geluksgevoel was echter maar van korte duur en ergens knaagde er ook wel iets, maar dat ik écht een probleem had, ontdekte ik pas vijf jaar geleden.

‘Jij bent koopverslaafd,’ is wat mijn coach vaststelde nadat ik bij haar mijn hart had uitgestort over mijn ongelukkige leven. Het was alsof er een bom werd gedropt, maar tegelijkertijd was ik zo opgelucht dat iemand eindelijk zag dat er iets met mij aan de hand was.

Ik ben opgegroeid in een welvarend gezin met twee broers. Mijn ouders zijn geboren in Suriname en begin jaren zeventig naar Nederland vertrokken om hier een nieuw bestaan op te bouwen. Mijn ouders wisten van het kwartje waarmee ze gekomen waren al snel een succesvol makelaarskantoor neer te zetten.

Liefde voor mode

Financieel hadden we het goed. Met mijn moeder ging ik graag uitgebreid winkelen, maar ze vond het ook fantastisch om zelf kleding te maken. Ik denk dat daar mijn passie en liefde voor mode is ontstaan. Geld was bij ons thuis nooit een ding. Het was er gewoon altijd. Mijn vader had een grote liefde voor auto’s. Soms kwamen we van school en stond er opeens een nieuwe auto voor de deur. Tegelijkertijd zorgde hij ook voor familieleden die het wat minder breed hadden.

Als kind was ik, buiten mijn familie, heel stil. Ik vond het lastig om mijn draai te vinden in de Nederlandse cultuur. Kinderen waren direct en verre van bescheiden. Heel anders dan ik was opgevoed. Alleen als ik danste, kon ik echt mezelf zijn. Dan voelde ik me vrij en durfde ik alles. Ik vond het dan ook geweldig toen ik in één klap populair werd toen ik als enige brugpieper meedeed aan een jaarlijks dansoptreden.

Ineens werd ik gezien. Ik had er tíg vriendinnen bij, werd uitgenodigd voor feestjes en kreeg veel aandacht. Voor het eerst had ik het gevoel dat ik ergens bijhoorde. Ik deed er alles aan om dat gevoel zo lang mogelijk vast te houden, maar ging daarbij ook over mijn eigen grenzen heen. Ik zei nooit nee, had niet echt een mening en wilde iedereen pleasen. Alles om maar aardig gevonden én gezien te blijven worden.”

Een fulltime bezigheid

“Na een geweldige studententijd, kreeg ik in 2008 een relatie. We woonden een tijdje in Amsterdam, maar na de geboorte van mijn oudste dochter - zo’n dertien jaar geleden - verhuisden we naar een klein dorp. Ik had meteen mijn twijfels, want we woonden in Amsterdam misschien klein, maar ik voelde mij daar zó thuis. Vlak na onze verhuizing ging het allemaal nog wel, maar al vrij snel raakte ik steeds meer geïsoleerd.

Ik was net moeder geworden, verhuisd naar een plek waar ik niemand kende, zag mijn vrienden amper en mijn partner was vanwege zijn werk veel in het buitenland. Ook stopte ik in die tijd met mijn baan in de modebranche om thuis te zijn voor mijn dochter. Steeds vaker voelde ik me eenzaam. Ik miste mijn werk, mijn vrienden, de grote stad. Ik was altijd heel sociaal geweest en nu zag ik - op mijn ouders na - bijna niemand meer. Om die leegte op te vullen ging ik steeds vaker online winkelen.

Als modeliefhebber vond ik het heerlijk om te struinen naar hét perfecte item. Als ik het dan ook nog voor weinig geld op de kop kon tikken, kreeg ik zo’n gelukzalig gevoel. Gek genoeg ging het mij niet eens om die spullen, want vaak droeg ik het niet eens. Door het kopen van al deze unieke vondsten kon ik heel even in een droomwereld verdwijnen. De droomwereld die ik voor mezelf had gecreëerd. De wereld waarin mensen tegen mij opkeken, ik écht iemand was en gezien werd. Dát is uiteindelijk waar ik zo naar verlangde: dat ik gezien werd als persoon. Dat terwijl ik werkelijkheid amper nog mensen zag. Het shoppen was - naast de zorg voor mijn inmiddels twee kinderen - een fulltime bezigheid. Ik deed bijna niets anders meer.

Ik heb mij de afgelopen jaren vaak afgevraagd waar dat gevoel vandaan kwam, dat ik zó graag gezien wilde worden. Ik denk dat het deels met mijn afkomst te maken heeft. Ondanks dat ik geboren en getogen ben in Nederland, heb ik me altijd anders gevoeld.

Coping mechanism

Nederlanders leven bijvoorbeeld heel individualistisch, maar in onze cultuur staat familie bovenaan waardoor ik veel meer familieverplichtingen had en daardoor niet altijd meekon met vriendinnen. Maar ook de Nederlandse openheid kennen we in onze cultuur niet. Ik ben zelf meer gesloten en voelde me daardoor vaak niet begrepen. Anders dan anderen. In ons gezin was het ook niet altijd makkelijk. Mijn moeder had moeite om zich aan te passen aan de Nederlandse cultuur, was meer gesloten en begreep mij niet altijd even goed. In tegenstelling tot mijn vader.

Mijn vader had daar iets minder moeite mee. Mijn vader en ik waren vier handen op één buik. Ik kon veel met hem delen en bij hem had ik het gevoel dat hij mij écht zag voor wie ik was. Ik kan me nog goed herinneren dat we samen een dag naar botenevenement Sail gingen. We zaten in een reuzenrad en belandden spontaan in een diepgaand gesprek waarin ik hem vertelde over mijn ongelukkige leven.

Mijn vader was zo begripvol. Hij vertelde me dat hij al in de gaten had dat het niet zo goed ging en dat hij mij altijd zou steunen ongeacht of mijn partner en ik wel of niet bij elkaar zouden blijven. In onze cultuur is dat uit den boze. Je kiest een partner en dat is degene waar je de rest van je leven bij blijft. Dat mijn vader dát tegen mij zei, betekende zoveel. Hij was de man op wie ik áltijd kon terugvallen, dus toen hij in 2013, zeer plotseling overleed aan de complicaties van een hartoperatie, stond mijn leven compleet op de kop.

Ik wist totaal niet wat ik met mezelf aan moest. Ik was boos dat hij zo abrupt uit mijn leven was gerukt en intens verdrietig dat hij er ineens niet meer was. Emoties zijn ook zo’n ding die je in de hindoestaanse cultuur niet laat zien, dus ik had in mijn jeugd niet geleerd hoe ik daarmee om moest gaan. Laat staan zulke heftige emoties als rouw. Als een soort overlevingsmechanisme, ging ik shoppen. Héél veel shoppen.”

De rest van deze ‘Real Life’ staat in Flair 20-2023. Meer van zulke verhalen lees je wekelijks in Flair.

Eline RoerdinkIris Tempelaar

Op alle verhalen van Flair rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@flair.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden