Moord in de molen #4: ‘Als ik in bed lig en alles piept en kraakt, sta ik doodsangsten uit’
Wat voorafging: op het dorpsfeest voelt Sanne zich allesbehalve welkom. Als ze thuiskomt, ligt er een tweede dreigbrief.
Over Moord in de molen
‘Moord in de molen’ is een vervolgverhaal dat exclusief op Flair.nl te lezen is. Deze thriller bestaat uit 8 hoofdstukken. Elke vrijdag verschijnt het nieuwste hoofdstuk online.
‘Waarom ga je niet naar de politie?’ Mijn schoonzus Kim krult haar benen op. We zitten op mijn grote hoekbank met een pot thee. Ik heb haar net verteld over de dreigbrieven. Ik deed dat niet meteen, omdat ik wist dat ze zich zorgen ging maken.
‘Moet je hier wel blijven?’
‘Ik laat me niet wegjagen,’ antwoord ik. ‘En wat gaat de politie doen?’
‘Ze kunnen een oogje in het zeil houden.’
‘Dat doen ze hier sowieso wel. Iedereen kent elkaar.’
‘Ik ben er niet gerust op. Ben je niet als de dood?’
Ik haal mijn schouders op, maar inwendig gil ik. Natuurlijk ben ik bang. Overdag gaat het wel, maar als ik ’s nachts in die oude molen in bed lig en alles piept en kraakt, sta ik doodsangsten uit. Ik voel me niet meer veilig in mijn eigen huis. Het erge is dat ik oprecht niet weet wat de schrijver van die brieven tegen me heeft. Ik heb dagboeken en foto’s gevonden – die notabene bijna 100 jaar oud zijn - en ben benieuwd naar het verhaal erachter. Is dat zo vreselijk?
‘Het zal vast vanzelf ophouden,’ zeg ik laconiek. Maar ik weet dat dat niet zo is.
Ik zit in het buurtcafé tegenover John. Ik ging even een kop koffie halen en kwam hem tegen. Hij vroeg of ik mijn koffie aan zijn tafeltje wilde opdrinken. Hoewel mijn hoofd zegt dat ik hem niet moet vertrouwen – ik kan níemand vertrouwen, en John is heel toevallig steeds in de buurt als er iets gebeurt – voelt hij aan de andere kant wel vertrouwd. Bovendien is dit mijn kans om de uitgebreide versie van Marieke’s verhaal te horen; als hij dat wil vertellen, want blijkbaar rust er in dit dorp een vreselijk taboe op alles wat met haar te maken heeft. Toch wil ik het weten. Het heeft te maken met de dreigbrieven, maar hoe weet ik niet.
‘Ik zei op het feest dat Marieke geen nakomelingen heeft,’ zegt John als ik hem heb gevraagd of hij meer wil vertellen. ‘Maar ze heeft wel familie. Jos, de vrouw van de bakkerij, is de kleindochter van Marieke’s zus Stine.’
Ik moet meteen denken aan de priemende ogen van de bakkersvrouw en die eerst ontmoeting toen ze snauwde dat ik niet in het verleden moest wroeten.
Moord in de molen #3
Een halfuur later fiets ik terug naar de molen. Ik ben flabbergasted over het verhaal dat ik heb gehoord. Arme Marieke. Toen John zei dat Jos de kleindochter is van Marieke’s zus, wist ik zeker dat zij de brievenschrijver is. Maar eerlijk gezegd zou John meer reden hebben, als ik afga op wat hij zei.
Ik word ruw uit mijn overpeinzingen getrokken door een brandweerauto voor de molen. Brandweermannen staan te blussen; niet de molen zelf, maar de schuur. Er staat een groepje mensen omheen.
‘U kunt niet verder mevrouw,’ zegt een van de brandweermannen terwijl hij me de weg verspert. ‘De schuur staat dicht bij de molen en we moeten zorgen dat de brand niet overslaat naar het huis.’
Ik sta aan de grond genageld. Ik weet 100 procent zeker dat ik niets heb gedaan waardoor dat vuur begonnen is. Er kan maar één iemand zijn die dit op z’n geweten heeft.
Volgende week: Sanne krijgt een opmerkelijk aanbod.