Ysannes (39) 15-jarige zoon werd vermoord: 'Ik heb mijn hand op zijn hart gehouden, totdat het het niet meer deed' Beeld
Ysannes (39) 15-jarige zoon werd vermoord: 'Ik heb mijn hand op zijn hart gehouden, totdat het het niet meer deed'

PREMIUM

Ysannes (39) 15-jarige zoon werd vermoord: 'Ik heb mijn hand op zijn hart gehouden, totdat het het niet meer deed'

De vijftienjarige zoon van Ysanne (39) is begin dit jaar op brute wijze vermoord in zijn woonplaats Middelburg. De strijd om gerechtigheid is wat haar op de been houdt. “Dat je zo makkelijk wegkomt met het afslachten van een ander mens. Mijn bloed kookt als ik bedenk dat de hoogste vorm van gerechtigheid in dit geval gevangenisstraffen van een tot twee jaar zijn.

Mijn hart sprong zowat uit mijn lichaam toen ik op Facebook een nieuwsbericht voorbij zag komen over een steekpartij bij ons in de buurt. ‘Het zal toch niet Tim zijn?’ zei ik paniekerig tegen mijn vrouw en dochter met wie ik aan de eettafel zat. Mijn vrouw moest lachen. ‘Doe normaal, Tim is daar aan het gamen bij een vriendje thuis.’ Het stelde me niet gerust."

Voor de zekerheid

"Hoe onwerkelijk de gedachte ook was dat mijn zoon betrokken zou zijn bij een steekpartij, ik kon de angst niet van me afschudden. Ik belde Tim, maar hij nam niet op. Ook mijn appjes kwamen niet aan. Het zweet brak me aan alle kanten uit. ‘Mam, stop nou, er is echt niks,’ zei mijn dochter die duidelijk vond dat ik overdreef. Aangezien mijn vrouw en ik nog in onze pyjama zaten, vroeg ik mijn dochter voor de zekerheid even een kijkje te nemen. Haar scooter stond toch nog voor de deur.

Schouderophalend sjokte ze de deur uit. Ik sprintte naar boven om me aan te kleden, terwijl mijn vrouw naar me keek alsof ik gek was geworden. Ik kan het niet uitleggen, maar álles in mij vertelde dat er iets mis was. Moederinstinct, denk ik. Tim was die ochtend voor zijn doen vroeg opgestaan. Het was de laatste dag van zijn kerstvakantie en ik had eigenlijk verwacht dat hij wilde uitslapen. Maar hij had een appje gekregen van een jongen waarmee hij vroeger op voetbal zat. Hij woonde in een pleeggezin, maar was vanwege de kerstvakantie een paar dagen bij zijn moeder die bij ons om de hoek woonde.

‘Wat gaan jullie doen?’ vroeg ik. ‘Gamen, chillen.’ Ik vond het zonde om een hele dag binnen te zitten gezien het stralende weer, maar zag er geen gekkigheid in. Ik kende dit vriendje al sinds ze als kleuters hun eerste balletje overtrapten. Hij kwam ook weleens bij ons over de vloer. ‘Ik zie je wel weer verschijnen, veel plezier,’ riep ik hem na terwijl hij naar buiten liep. Had ik hem maar nooit laten gaan.”

Voor dood achtergelaten

“Mijn telefoon ging zo’n tien minuten na het vertrek van mijn dochter over. Maar in plaats van haar stem, hoorde ik een mannenstem. ‘U spreekt met de politie, ik heb slecht nieuws.’ Hij liet een stilte vallen die uren leek te duren. ‘Tim is neergestoken.’ Het voelde alsof de wereld stopte met draaien. Alsof ik van binnen instortte, terwijl mijn lichaam overeind bleef staan. ‘Hij wordt op dit moment gereanimeerd,’ zei de agent. ‘We komen er nú aan!’ riep ik terwijl ik in paniek de trap afstormde.

Het is allemaal heel wazig, maar ik kan me herinneren dat ik naast mijn vrouw in de auto bleef herhalen: ‘Het komt wel goed toch? Het zal wel meevallen, toch? Zo erg kan het niet zijn toch?’ Van een afstandje zagen we de vleugels van een traumahelikopter en de lampen van ambulances en politieauto’s opdoemen. We werden op een paar meter afstand van het plaats delict opgevangen door een politieagent. Hij ging direct over tot actie: ‘Tim is neergestoken en voor dood achtergelaten. We moeten nu weten met wie Tim had afgesproken, wat hij ging doen, wie zijn vrienden zijn…"

In shock

"Terwijl de agent vragen op ons afvuurde, vloog boven ons hoofd een politiehelikopter. Ik zag mijn dochter op de achtergrond met haar hoofd voorovergebogen in een politieauto zitten. Ik was compleet in shock. Een kwartier geleden zat ik nog nietsvermoedend te lunchen en nu zat ik midden in een horrorfilm. Ik wilde niks liever dan op pauze drukken, terugspoelen en nooit verder kijken. Maar deze film was realiteit. Het lukte me niet een gesprek te voeren met de agent. Het enige wat ik kon, was huilen en vragen: waarom? Waarom heeft iemand mijn kind dit aangedaan, waarom, waarom?

Gek genoeg dacht ik dat Tim de hele tijd naast mij stond. Het voelde zo echt, dat ik het nog weken heb geloofd. Maar hij werd op dat moment hevig bloedend afgevoerd naar het ziekenhuis in Rotterdam. Ik herinner me ook dat ik me zorgen maakte om Tims vriendje. Ik vertelde de politie dat ze hem moesten zoeken, dat ze moesten zorgen dat hij veilig was. Geen seconde ging er door mijn hoofd, dat hij de dader zou kunnen zijn. Net als dat er niet door mijn hoofd ging dat Tim zou overlijden. ‘Het komt wel goed,’ zei ik in de auto naar het ziekenhuis. ‘Er worden meer mensen neergestoken. Tim is sterk. Het komt goed.’ Ik deed mijn uiterste best mijn eigen woorden te geloven.”

Een marteling

“Het was doodstil in de familiekamer van het ziekenhuis in Rotterdam waar we werden opgevangen. Ik had nog geen idee hoe Tim eraan toe was. Artsen waren er niet om ons te informeren, die vochten voor zijn leven op de operatiekamer. ‘Het was geen fraai gezicht,’ zei de vader van Tim voorzichtig. Hij en zijn vrouw hadden Tim zien aankomen in het ziekenhuis. Hij lag onder een zeil, was geïntubeerd en buiten bewustzijn.

Later hoorden we dat Tim zijn laatste woorden had uitgesproken tegen de ambulancebroeders op het plaats delict. Ik kan de woorden niet herhalen omdat ze te hartverscheurend zijn, maar het komt erop neer dat hij wist dat hij dood zou gaan. Het doet mij zoveel pijn. Het is te verschrikkelijk voor woorden. We hebben uren in de familiekamer gewacht zonder bericht. De tijd is nog nooit zo langzaam verstreken. Het was een marteling.

Toen de chirurg eindelijk de kamer binnenkwam, vertelde hij ons dat het een pittige operatie was geweest, maar dat Tim het had overleefd. Terwijl de arts vertelde over de bloedingen in en over zijn hele lichaam, de beschadiging aan zijn pezen en zenuwen en de potentiele schade aan zijn brein door de langdurige reanimatie, klampte ik me vast aan de woorden: ‘Hij heeft het overleefd’. Ik kon niks anders dan varen op hoop. Het was het enige wat we hadden.

Onmenselijk

Tim werd naar de kinder IC overgebracht. De komende dagen zouden bepalend zijn. Na de operatie mochten alleen Tims vader en ik hem bezoeken omdat hij in een zaal lag met andere kwetsbare kindjes. Ik haalde een diepe teug adem en probeerde me voor te bereiden op wat ik zou aantreffen. Het was niet te doen. Mijn wereld stortte in toen ik mijn jongen in bed zag liggen aan de beademing, met zijn ogen dicht en zijn lichaam kapot. Tim is niet neergestoken, hij is afgeslacht. Het is ongelooflijk walgelijk wat ze hem hebben aangedaan.

Het is niet te begrijpen. Hoe kan iemand dit een mens aandoen? Een onschuldig kind. Mijn kind. Het was zo onwerkelijk, dat ik het niet kon bevatten. En dat kan ik nog steeds niet. Drie dagen leefden we tussen hoop en vrees. Drie dagen lang heb ik hem vastgehouden, geaaid over z’n handen en wangen, tegen hem gepraat. Gezegd dat het niet zijn schuld is, dat we alles doen om te strijden voor zijn leven, dat we van hem houden. Ik vraag me nog steeds af waar ik de kracht vandaan heb gehaald om me door die dagen heen te slaan. Het was onmenselijk. Maar het was het laatste wat ik als moeder voor Tim kon doen.

Na twee dagen kreeg hij een soort epileptische aanvallen als gevolg van de langdurige reanimatie. Het was verschrikkelijk om te zien en het betekende dat er iets in zijn hoofd kapot was. De artsen zagen alleen tekenen van achteruitgang. De schade aan zijn lichaam was te groot om van te herstellen. De optie dat mijn kind zou komen te overlijden, had ik verbannen uit mijn hoofd. Het was dan ook onverteerbaar om de arts hardop te horen zeggen dat ze Tim van de beademing moesten halen. Hij zou nog verder aftakelen als we hem kunstmatig in leven zouden houden. Drie dagen nadat Tim is neergestoken, is hij in het ziekenhuis overleden. Ik heb hem vastgehouden en mijn hand op zijn hart gehouden, totdat het het niet meer deed.”

Het volledige verhaal van Ysanne lees je in Flair 26-2022. Deze ligt van 29 juni t/m 5 juli in de (online) schappen. Op de hoogte blijven van onze leukste artikelen en winacties? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.

Flair

Op alle verhalen van Flair rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@flair.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden