PREMIUM
Thysia (49) had een relatie met een crimineel: 'Hij greep me bij de keel en drukte zijn wapen tegen mijn hoofd'
Wat begon als een romantische film, eindigde in een nachtmerrie. Thysia Huisman (49) had als twintiger een relatie met een man die betrokken was bij drugshandel en prostitutie. “Ik wist dat hij geen lieverdje was, maar dit kon niet mijn leven zijn. Dit was een foute politiefilm.”
Vuurwapen tegen mijn hoofd
“Het voelde alsof de wereld stopte met draaien. Dit was het. Dit is het einde van mijn leven. Ik voelde de loop van zijn vuurwapen tegen mijn slaap drukken. Dezelfde loop die hij een paar seconden daarvoor nog op zijn eigen schedel had gericht. ‘Als je het uitmaakt, schiet ik mezelf door mijn kop,’ had hij dreigend geschreeuwd.
‘Doe het maar, het interesseert me geen bal!’ schreeuwde ik terug uit pure adrenaline. Ik schrok enorm van het vuurwapen, maar ik had besloten mezelf nooit meer door hem in een hoek te laten drukken. ‘Doe dan!’ riep ik woedend. Ik staarde in zijn bloeddoorlopen ogen. Hij had duidelijk gesnoven. Ik zag dat er iets in hem knapte door mijn woorden. Hij greep me bij de keel en drukte zijn wapen hard tegen mijn hoofd.
‘Het is over. Het leven heeft geen zin meer als jij bij mij weggaat.’ Even voelde ik een gekke soort kalmte. Een moment van overgave. Maar al snel duwde adrenaline me in een overlevingsmodus. Ik heb gesmeekt om mijn leven. ‘Doe het niet, het spijt me, natuurlijk ga ik niet bij je weg, we komen er wel uit, ik hou van je.’"
Een foute politiefilm
"In een zee van woorden en tranen wist ik hem te overtuigen. De greep om mijn nek verslapte en hij liet zijn wapen zakken. ‘Je weet toch dat ik van je hou,’ zei hij geïrriteerd terwijl hij mij gebaarde te gaan zitten. Zijn telefoon ging over. ‘Blijf zitten, we zijn nog niet uitgepraat,’ zei hij streng. Ik knikte. Hij draaide zich om en raakte verwikkeld in een verhit gesprek. Dit was mijn kans.
Ik sprong op uit mijn stoel en sprintte in blinde paniek weg. Halverwege de trap hoorde ik hem ziedend mijn naam schreeuwen. Ik bleef rennen. Ik wist dat als hij me te pakken kreeg, geen smeekbede me nog kon redden. Hoelang ik heb gerend of waar ik naartoe ben gegaan, weet ik niet meer, het is een waas. Wat ik wel weet, is dat ik een paar uur later met mijn beste vriendin op het politiebureau zat om aangifte te doen.
Daar hoorde ik voor het eerst met wie ik een jaar lang een relatie had gehad. Een crimineel. Een man die werd verdacht van betrokkenheid bij drugshandel en prostitutie. De politie was blijkbaar al een tijdje bezig met een onderzoek naar hem en dankzij mijn aangifte konden ze hem nu arresteren. Het was zo onwerkelijk. Ik wist dat hij geen lieverdje was, maar dit wist ik écht niet. Ik bleef herhalen dat het niet echt kon zijn. Dit kon niet mijn leven zijn. Dit was een foute politiefilm.”
Ooit een romantisch sprookje
“Ik was eenentwintig toen ik Martin ontmoette in een kroeg in Amsterdam. Ik studeerde communicatie, deelde een appartement met mijn beste vriendin, was gek op feestjes en totaal niet serieus bezig met mannen. ‘Pas maar op,’ zei de barman toen hij zag dat ik geïntrigeerd naar de mysterieuze man, die iedereen M noemde, aan de overkant van de bar keek. Het maakte mijn nieuwsgierigheid groter.
Ik zag dat de man veel ouder was dan ik, maar toch voelde ik een enorme aantrekkingskracht. Hij was knap en zelfverzekerd en werd omringd door vrouwen, maar hij had alleen oog voor mij. Toen hij me een drankje aanbood, voelde ik me dan ook vereerd. We voerden een typisch nietszeggend kroeggesprek en ik ging die avond alleen naar huis.
Tot mijn grote verbazing stond hij de volgende dag voor mijn neus in het café waar ik werkte: ‘Ik wil jou vanavond mee uit eten nemen.’ Het was geen vraag, het was een mededeling. Achteraf vind ik het heftig, maar op dat moment interpreteerde ik het als spontaan en assertief. Hij was een man die wist wat hij wilde, en dat was ik.
‘Hij had je vader kunnen zijn,’ zei mijn beste vriendin. Ze vond het creepy. Ergens in mijn hoofd zei een stemmetje hetzelfde, maar mijn nieuwsgierigheid was groter. Met gezonde spanning in mijn buik stapte ik die avond in zijn zilveren sportauto.
Dat hij geld had, stak hij niet onder stoelen of banken. We gingen uiteten in een superluxe restaurant en hij bestelde de duurste gerechten en wijnen. Hij bepaalde wat ik lekker vond. Ik was overrompeld door zijn levenservaring en zorgzaamheid. Ik was als jonge student in de grote stad zoekende, maar hij wist, met zijn zeventien jaar extra levenservaring, voor mijn gevoel hoe het leven werkte."
Smoorverliefd
"Binnen een paar weken was ik smoorverliefd. Hij nam me mee naar luxe clubs en restaurants, we picknickten in het park, voeren met roeibootjes door een prachtig natuur-gebied en hij liet me elke dag weten hoe bijzonder hij me vond. Ik was zijn zonnetje. Het was precies als de opbouw van een romantische film. Als ik met M was, voelde het leven als een avontuur.
Ondanks mijn geluk, was mijn vriendin er niet gerust op. In tegenstelling tot mij, had zij haar vraagtekens bij zijn leven. Zijn vader was groenteman op De Wallen en had daar pandje voor pandje een heel blok opgekocht. Nadat zijn vader op jonge leeftijd overleed, kreeg zijn moeder steeds vaker de vraag of ze de panden als peeskamers wilden verhuren. Er moest brood op de plank komen, dus de keus was snel gemaakt.
‘Hij heeft niks met prostitutie te maken, hij verhuurt alleen de kamers,’ verdedigde ik hem talloze keren tegen mijn vriendin. Ik twijfelde geen seconde aan zijn verhaal, maar mijn vriendin bleef hameren op het feit dat hij ‘foute boel’ was. Ik beschuldigde haar van jaloezie en vond dat ze mij geen geluk gunde. Na een paar knallende ruzies, zette ze me uit haar huis.
‘Kom anders bij mij wonen,’ zei M. We waren nu iets langer dan een maand samen. Ik twijfelde of het niet te snel ging, maar ik was smoorverliefd én had een dak boven mijn hoofd nodig. Boeien, dacht ik, ik zie het wel. Vanaf dat moment waren we onafscheidelijk.”
De eerste scheurtjes
“In het begin was het samenwonen gezellig en huiselijk, iets wat we beiden in onze jeugd hadden gemist. Zijn vader was op jonge leeftijd overleden en hij had een slechte band met zijn moeder, en mijn moeder was op jonge leeftijd overleden en mijn vader was emotioneel onbereikbaar. Mijn vader deed wat hij kon, maar onze relatie is altijd oppervlakkig geweest. We spraken ondanks het verdriet over het gemis van mijn moeder nooit over onze gevoelens. We spraken elkaar sowieso nauwelijks, we bestonden gewoon naast elkaar.
Ik denk achteraf dat ik daarom zo hard viel voor wat ik zag als zorgzaamheid van M. Hij kookte voor me, geloofde in mijn droom om later voor de televisie te werken, liet lieve briefjes achter en we raakten nooit uitgepraat. Hij zag en begreep mij, in tegenstelling tot mijn vader.
Het contrast tussen ons huiselijke leven en de buitenwereld van ons appartement op De Wallen had niet groter kunnen zijn. We woonden boven de peeskamers en op sommige uren van de dag stond er letterlijk een file van wachtende, geile mannen voor onze voordeur. In de jaren negentig waren De Wallen een soort permanente kermis. Het gezuip en gesnuif, de muziek en het verleidingsspel van de dames achter de ramen hielden nooit op.
Ondanks dat het best grimmig kon zijn op straat, voelde ik me nooit onveilig. Ik was het meisje van M, een soort kroonprins van De Wallen. Niemand durfde ook maar met een vinger aan me te zitten."
Het hele verhaal van Thysia lees je in Flair 29-2022 die van 20 juli t/m 26 juli in de winkels ligt. Bestel 'm hier. Op de hoogte blijven van onze leukste artikelen en winacties? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.
Tekst: Jadrike Boels | Fotografie: Chantal Spieard