Pesten kan jarenlang pijn doen: ‘Kim moet dood, Kim is een kankerwijf, stond er in de wc geschreven’ Beeld Joost
Pesten kan jarenlang pijn doen: ‘Kim moet dood, Kim is een kankerwijf, stond er in de wc geschreven’Beeld Joost

Kim (34) struggelt met haar pestverleden: ‘Kim moet dood, Kim is een kankerwijf, stond er in de wc geschreven’

Nare teksten in de schooltoiletten, dreigende telefoontjes midden in de nacht… Door het gepest, durfde Kim (34) bijna niet meer naar school. “Ik was alleen nog maar bezig met hoe ik de dag door moest komen. Het was overleven.”

Pestverleden

“‘Kim is een kankerwijf’, ‘Kim moet dood’ en ‘Kim is een arrogant kutwijf’. Het was vlak na de introductieweek van de tweede klas op de middelbare school toen ik ineens de meest afschuwelijke verwensingen aan mijn adres op de wc-muren gekalkt zag. Daar bleef het niet bij. De hele school bleek onder gekladderd. Ik was flabbergasted, het voelde alsof de grond onder me vandaan zakte. Ik kon wel overgeven. Pas toen ik van de eerste schrik was bekomen, drong tot me door dat ook anderen dit zouden lezen. Wat zou iedereen wel niet van me denken?’

Tot die tijd had ik een leuke en zorgeloze jeugd gehad. Ik groeide op in een liefdevol nest met mijn ouders en zus. Ik was een vrolijk kind met veel hobby’s: ik toerde door Nederland met musicalproducties en ik zat op dansen. Ook stond ik ingeschreven bij een castingbureau. Ik was te zien in reclamespotjes voor supermarkten en kinderkleding. Ik deed ook een grote campagne voor frisdrank, daarmee stond ik op billboards, in bushokjes en in tijdschriften. Op een gegeven moment was ik zelfs te zien in een Amerikaanse reclame voor een muziekinstrument. Ik vond het heerlijk om in de schijnwerpers te staan. Daar haalde ik echt energie uit. Ook op school had ik het naar m’n zin en ik had veel vriendinnen.”

Van zeker naar onzeker

“Daarom kwamen die teksten voor mij als donderslag bij heldere hemel. Van de ene op andere dag was ik in een nachtmerrie beland. Ik dacht altijd dat ik oké was met iedereen, maar blijkbaar was dat niet zo. Juist omdat ik geen idee had wie er achter deze pesterijen zat, was het zenuwslopend. In het begin probeerde ik het voor mezelf nog weg te lachen: o, gaat wel weer over, dacht ik. Maar dat ging het niet. Het werd juist erger. Al snel beperkte het zich niet meer alleen tot het schoolplein. Toen een vriendin van mij in een parkje ook teksten over mij zag, stapte ze naar een mentor. Die probeerde me gerust te stellen. Ik moest me er maar niet te veel van aantrekken, ze zouden de boosdoeners wel te pakken krijgen.”

“Ik werd bang voor de reacties van anderen en kroop steeds meer in mijn schulp”

“Maar ondertussen gebeurde er weinig. Toch bleef ik hopen dat het op school kon worden opgelost en het met een sisser af zou lopen. Daarom hield ik thuis mijn mond. Maar intussen ging ik elke dag met buikpijn naar school. Door de pesterijen veranderde ik van een vrolijk meisje met een rijk sociaal leven in een grijs muisje. Ik had altijd best een uitgesproken smaak, maar ik stopte met het dragen van opvallende kleding. Ook stopte ik met dansen, toneelspelen en modellenwerk.

Vond ik het voorheen juist leuk om in de schijnwerpers te staan, nu durfde ik mezelf steeds minder te laten zien omdat ik bang was voor de reacties van anderen. Steeds meer kroop ik in mijn schulp. En omdat ik was gestopt met al mijn hobby’s had ik buiten school bijna geen leven meer.”

Nachtmerries

“Thuis huilde ik aan een stuk door, ’s nachts lag ik wakker van de pesterijen. Ik had nachtmerries en was alleen maar aan het piekeren. Door alle nare gevoelens en vermoeidheid kon ik me niet meer concentreren op school of huiswerk en stroomde ik af van havo/atheneum naar mavo. Op een gegeven moment was ik alleen nog maar bezig met het pesten, met overleven. Hoe ga ik de dag doorkomen?

Hobby’s had ik niet meer en mijn zelfvertrouwen was als sneeuw voor de zon verdwenen. Ik was altijd een zorgeloze tiener, maar ineens was ik het mikpunt van spot. Dat vreet aan je.”

Arrogantie

“Mijn ouders viel het op dat ik veranderde. Hoewel mijn moeder me vaak vroeg wat er aan de hand was, durfde ik pas na twee maanden te vertellen dat ik werd gepest. Dat ik huilbuien had en ’s nachts geen oog meer dicht deed. Mijn moeder belde meteen naar school. Toen ze van mijn mentor hoorde dat het pesten bij hen bekend was, was ze met stomheid geslagen. Waarom had hij haar niet gebeld? Waren het eerst nog alleen verwensingen, op een gegeven moment werden mijn achternaam en telefoonnummer erbij gezet.

Midden in de nacht stond de telefoon roodgloeiend. ‘Woont hier kankerwijf Kim?’ of ‘Kim moet dood’ werd er door de telefoon geschreeuwd. Nog steeds had ik geen idee wie het was. Op een gegeven moment hebben mijn ouders noodgedwongen een geheim nummer genomen.”

Op heterdaad betrapt

“Het heeft bijna een jaar geduurd voordat er meer duidelijk werd. Buiten school had ik bijna niks meer, maar ik zag thuis gelukkig nog wel vriendinnen. Samen luisterden we muziek en konden we uren dansen. Daar kon ik echt van genieten, even wat afleiding. Op een gegeven moment haalden ze me over om mee te gaan naar een schoolfeest: ‘Kom Kim, we gaan lekker dansen en we maken er samen wat leuks van’.

Met zweethanden en klotsende oksels ging ik naar het feest. Toen we er eenmaal waren, was het heel gezellig. Ik voelde me fijn. We waren lekker aan het dansen toen ik op mijn rug werd getikt door m’n mentor. De pesters bleken op heterdaad betrapt in het toilet.”

Marjolein (34) heeft spijt van haar pestgedrag

‘We treiterden hem met grappen, slaan, schoppen, opwachten’

“Het bleken twee meiden van een jaar of dertien die ik amper kende. Ze zaten niet eens bij mij in de klas. De reden dat ze me het leven zo zuur maakten? Ik had ze bij de introductieweek ‘arrogant’ aangekeken. Waarop ze dachten: we gaan Kims leven verzieken. Dat is goed gelukt. De schoolleiding nam het serieus op. Ze stuurden de meiden naar Bureau Halt en daarnaast moesten ze mij een brief schrijven om hun spijt te betuigen en uit te leggen waarom ze het hadden gedaan.

In de brieven werd duidelijk dat ze geen enkel besef hadden van wat ze bij mij hadden aangericht. De bottomline was eigenlijk dat ze zich afvroegen waar ik me nou zo druk om maakte. Geen enkel teken van spijt of empathisch vermogen. Achteraf gezien maakten die brieven het alleen maar erger voor mij.

Zelfs nadat bekend was wie de pesters waren, hielden de treiterijen niet op. Nog steeds gebeurden er kleine dingen. Mijn tas werd verstopt of m’n fiets was verplaatst. Op een dag was mijn tas zelfs in het toilet gesmeten. Dat was voor mij de druppel. Uit woede heb ik de tas van een van de pesters in een prullenbak gegooid.

Dat was niks voor mij. Ik ben huilend naar huis gerend en na overleg met mijn ouders, besloot ik naar een andere school te gaan. Pas toen ging het eindelijk beter met me, maar ik denk er nog vaak aan terug. Gelukkig is het goedgekomen met me.”

Meer van zulke verhalen lees je wekelijks in Flair.

Naomi ZonnebeltJoost

Op alle verhalen van Flair rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@flair.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden