Desiree (36) raakte haar kinderen kwijt door de toeslagenaffaire: ‘Ik wilde een einde aan m’n leven maken’
Door de toeslagenaffaire raakte Desiree Wijntjes (36) haar kinderen kwijt. Na meer dan een jaar vechten kreeg ze haar dochter en zoon terug. Nu bouwen ze een nieuw leven op in België. “Ik word nooit meer de moeder die ik was.”
Het jaar zonder kinderen
“Dat jaar zonder mijn kinderen was verschrikkelijk. Elke dag stond ik om zes uur op, zoals ik dat ook deed toen ze nog bij mij woonden. Dan zat ik op mijn balkon een kop koffie te drinken en zag ik al die andere ouders hun kinderen naar school brengen. Moeders met één kind voor en één kind achter op de fiets. Vaders hand in hand met kleuters die in de plassen stampten.
Elke ochtend op mijn balkon droomde ik van het moment dat ik dat weer kon doen, dat ik daar zou lopen met mijn dochter van tien en zoontje van zes. Laatst twitterde ik een foto van mijn kinderen en mij tijdens onze eerste ontmoeting sinds ze uit huis waren geplaatst. Duizenden reacties kreeg ik erop, mijn tweet ging viral. Toen besefte ik: dat komt doordat ik met die tweet laat zien dat het jou ook kan overkomen. Je ziet een gewone moeder met een goede baan en een band met haar kinderen."
Normaal lol hebben
"Dat gezin kan dus zomaar worden weggenomen. Op die foto had ik ze ongeveer twee maanden niet gezien. Zo lang waren we nog nooit zonder elkaar geweest. Ik ben een alleenstaande moeder en mijn zoon en dochter waren bijna altijd bij mij. De dag dat ik ze van Jeugdzorg eindelijk mocht zien, was ik bloednerveus. Ik had ze zo enorm gemist en was bang dat ze boos op me zouden zijn. Veel te vroeg kwam ik aan op de locatie van Jeugdzorg, waar we elkaar mochten ontmoeten.
Ik haalde wel vijf koffie uit de automaat en zat met trillende benen te wachten. Toen kwamen ze binnen en renden enthousiast op me af: ‘Mamaaaa!’ Dan heb je een uur samen, in een ruimte met wat verouderd speelgoed. Ik wilde het zo graag leuk hebben met ze in dat ene uur dat we samen hadden. Dus zijn we TikToks gaan maken en gekke foto’s, we probeerden ‘normaal’ lol te hebben. En toen moesten ze weer weg. Toen ik naar huis liep, heb ik alleen maar gehuild, midden op straat. Ik kon niet stoppen. Ik voelde me zo ontzettend klein en had geen idee wanneer ik ze weer zou mogen zien.”
Aanvraag voor vijf dagen opvang
“Ik werd jong moeder, tweeëntwintig was ik toen ik mijn dochter kreeg. De relatie met haar vader liep stuk. Vier jaar later kreeg ik een zoon in een nieuwe relatie, maar ook zijn vader en ik gingen uit elkaar. Het was een pittige tijd, maar ik besloot er wat van te maken. Ik studeerde Milieutoezicht en vond een goede baan als milieu-inspecteur. Na een tijd thuisblijfmoeder te zijn geweest, ging ik fulltime aan de slag, want ik wilde een goed leven opbouwen voor mijn kinderen en mij.
Voor mijn zoon en dochter vond ik een geweldige buitenschoolse opvang in hun school. Ze konden daar vijf dagen per week terecht, indien nodig van zeven uur ’s ochtends tot zeven uur ’s avonds. Dat was belangrijk voor mij als alleenstaande moeder, want soms werd ik gedetacheerd naar de andere kant van het land en was ik lange dagen van huis.
Vijf dagen per week opvang voor twee kinderen kostte ruim tweeduizend euro per maand, dus ik had die toeslag hard nodig, maar het duurde erg lang voordat mijn aanvraag werd goedgekeurd. Dat kwam doordat ik voor vijf dagen toeslag aanvroeg."
Verdacht
"Bij de Belastingdienst ga je onder de loep als je het maximum aantal opvang-uren afneemt; dat is blijkbaar verdacht. Ik kreeg brieven van de Belastingdienst dat ik bewijs moest aanleveren dat ik echt opvang gebruikte en de eigen bijdrage betaalde. Pas in februari 2016 kwam eindelijk de kinderopvangtoeslag door, terwijl de kinderen al sinds november 2015 naar de bso gingen. Daardoor had ik een betalingsachterstand opgelopen bij de bso, want ik kon die ruim tweeduizend euro niet steeds helemaal zelf ophoesten.
Het jaar daarop ging het echt fout. Ik had volgens de Belastingdienst nog steeds een maand betalingsachterstand bij de bso, terwijl die allang was ingehaald. Daarnaast ging ik verhuizen, we trokken in bij mijn toenmalige vriend. Ik deed een wijziging in de toeslag – omdat de kinderen naar een andere opvang gingen – en werd weer onder de loep genomen, want bij een wijziging kom je naar boven in het systeem.”
Gesmeekt om hulp
“In april kreeg ik een brief dat ik stukken moest aanleveren om te bewijzen dat mijn kinderen echt zo veel uur naar die en die opvang gingen. Maar ik was druk met de verhuizing en mijn werk en heb toen niet gereageerd, dat was mijn eerste fout. Vrij snel kreeg ik nog een brief met het verzoek voor het toesturen van stukken. Ik was nog bezig met het uitzoeken daarvan, toen ik alweer een brief kreeg van de Belasting-dienst: de toeslag werd stopgezet.
Mijn bezwaar en aanvullende stukken leidden tot niets. Ik heb gesmeekt om me te helpen, maar ik moest alles terugbetalen: twee jaar kinderopvangtoeslag. Dat is wat alle slachtoffers van de kinderopvangtoeslagaffaire overkwam: als je een fout maakte, moest je alles wat je ontvangen had terugbetalen. Dat was in mijn geval 35.000 euro die ik – terecht – ontvangen had. Uiteindelijk kon ik de bso niet meer betalen en waren mijn kinderen niet meer welkom op de opvang, terwijl ik toen nog wel fulltime werkte.
De spanningen liepen op, ook tussen mijn vriend en mij. De brieven bleven maar komen. Ik wist niet wat ik moest doen en voelde me enorm gestrest. Bij de huisarts vertelde ik dat ik het niet trok, waarop ik antidepressiva kreeg. Ik vroeg om ondersteuning aan het wijkteam in mijn woonplaats. Maar nog steeds kon ik mijn problemen niet overzien, ik wist niet hoe ik dit moest oplossen."
Hartstilstand
"Toen heb ik een grote fout gemaakt. Ik gebruikte weleens cocaïne op feestjes en een korte periode heb ik dat ook door de week gedaan. Ik merkte dat ik ervan kalmeerde, mijn werk beter kon doen en rustiger met de kinderen was. Toen kreeg ik een hartstilstand door de combinatie van de antidepressiva en de cocaïne. In de ambulance zei de verpleegkundige: ‘We moeten hier wel een melding van maken.’
Ik denk dat ik mezelf verloor die dag. Mijn vriend maakte het uit en ik kwam in het circuit van Jeugdzorg, hulpverlening en het meldpunt kindermishandeling Veilig Thuis. Meteen had ik een label: instabiel en drugsverslaafd. Maar dat was niet wie ik was. Ik ging enorm twijfelen aan mezelf en mijn moederschap, want het moest toch wel aan mij liggen dat Jeugdzorg er bovenop zat? Ik moest toch wel een fraudeur zijn als de Belastingdienst mij zo aanpakte? Mijn hele zelfbeeld werd aangetast, ik voelde me een slechte moeder."
Psychologisch onderzoek
"Op een gegeven moment ben ik in de auto gestapt en uren gaan rijden, ik wilde mezelf wat aandoen en dacht tegelijkertijd ook: nee, denk aan de kinderen. Ik stuurde mijn moeder een berichtje en zij belde de politie, die me wisten te traceren via mijn telefoon. In een weiland vonden ze me terug. Ik moest naar het ziekenhuis voor een psychologisch onderzoek.
Die psychiater zei dat iedereen zichzelf zou verliezen met alles wat ik op mijn bordje had. Toen ik uit het ziekenhuis kwam, ging ik naar mijn moeder en mijn kinderen – we verbleven bij haar sinds mijn relatie was gestrand. Er zat een mevrouw van het Crisis Interventie Team. Zij zette me letterlijk op straat: ‘Jij gaat eruit en je kinderen blijven bij je moeder.’
Mijn moeder was ook in shock, maar die vrouw was niet te vermurwen. Daar kan ik nog steeds zo boos om worden. Ik had mensen nodig die zeiden: ‘We gaan je helpen’, niet: ‘Mevrouw Wijntjes, u heeft dit gedaan en nu straffen we u.’ Ik zou bijna mijn eigen huis krijgen, ik had net de diagnose ADHD en zou de juiste medicatie daarvoor krijgen. Waarom zeiden de hulpverleners niet: ‘Het komt goed, wij gaan je ondersteunen’? In plaats daarvan namen ze me mijn kinderen af.”
Vragen om drugstests
“Ik ging zwerven, logeerde bij vrienden en op de camping. Ik was in gevecht met twee overheidsinstanties: de Belastingdienst en Jeugdzorg. Waar ik het moest zoeken en wie me kon helpen wist ik niet, want elke instelling was een potentiële vijand. Ondertussen werkte ik fulltime door, mijn collega’s wisten van niks. Een paar dagen voor een rechtszitting met de Belasting-dienst probeerde ik opnieuw suïcide te plegen, nu echt. Net op tijd werd ik gevonden, het is een wonder dat ik dat overleefde.
Achteraf begrijp ik nog steeds waarom ik het deed. Zo veel stress, zo veel problemen... ik snap dat ik wilde stoppen met leven. Maar hoe ziek was ik, dat ik mijn kinderen zonder moeder wilde achterlaten? Het was incident nummer drie, na het drugs-gebruik en de vorige poging. Vol verdriet dacht ik: nu ben ik mijn kinderen echt kwijt.
Maar dat kon ik niet accepteren. Ik moest mezelf weer worden. Ik heb het strategisch aangepakt, ik leerde om te denken als een Jeugdzorg-medewerker: hoe kon ik ervoor zorgen dat ze er niet onderuit zouden kunnen om me mijn kinderen terug te geven?"
In therapie
Mijn nieuwe huis knapte ik eigenhandig helemaal op, de kinderkamers als eerste. Ik ging in therapie en heb gesprek na gesprek gevoerd met Jeugdzorg en school. Alle gesprekken nam ik op en ik ben me gaan indekken. Zo vroeg ik om drugstests om te bewijzen dat ik niks gebruikte. Want Jeugdzorg bleef teruggrijpen op het cocaïne-incident om mijn kinderen uit huis te houden. Je kunt het als ouder niet rechtzetten, maar het wordt wel steeds weer tegen je gebruikt.
Ik ben daarom gestopt met eerlijk zijn. Als ze vroegen hoe het ging, antwoordde ik áltijd ‘goed’. Ik had geleerd dat het je niet helpt om te vertellen dat je depressief bent of weleens moedeloos. Jeugdzorg kwam nooit over de vloer, dus bleef ik bellen en eisen dat ze naar mijn huis kwamen, zodat ik ze kon laten zien dat ik stabiel was en therapie volgde. Ik wist: als het me niet lukt, krijg ik mijn kinderen nooit terug.
Ondertussen woonden mijn dochter en zoon bij mijn moeder, stiekem liet zij ze me zien. Dan appte ze dat ze ergens een ijsje gingen eten en kwam ik ‘toevallig’ langs. Hierdoor kon ik ze gelukkig wel drie keer per week even zien, maar dat ze opeens bij oma woonden, had natuurlijk enorme impact op mijn kinderen. Mijn dochter van destijds tien is slim, ze pikte alles op wat er werd gezegd en zat met veel vragen. Uiteindelijk heb ik ze eerlijk verteld hoe het zover gekomen was. Ik wilde ze daar eigenlijk niet mee belasten, maar het heeft de kinderen wel stabieler gemaakt in hun relatie met mij."
Eindelijk weer thuis
"Na meer dan een jaar knokken mochten ze eindelijk weer bij mij wonen. Die terugplaatsing was best heftig, we moesten weer een weg vinden samen. Je bent even helemaal kwijt wat je was als gezin. Niet alleen waren de kinderen onthecht, ik was ook veranderd als moeder. Voorheen was ik zo’n ‘gekke’ moeder die op vrijdagavond de discolampen aanzette en met ze stond te dansen op de eettafel. Nu was ik oersaai. Door de ADHD-medicatie was ik gestructureerder, maar ik durfde ook niet meer gek te doen.
Ik was bang dat de kinderen dan weer zouden worden afgepakt. Voor hen was dat lastig, ze vroegen: ‘Mogen we een tent opzetten in onze kamer?’ of: ‘Zullen we marshmallows roosteren in de woonkamer met het licht uit?’ En ik maar overal nee op zeggen, terwijl ik voorheen juist hield van spontane avonturen met de kinderen. Maar ik durfde mezelf niet meer te zijn, want op mezelf-zijn was ik afgerekend. Zelfs nu, jaren later, durf ik maar mondjesmaat in te stemmen met gekke plannen. Ik ben bang voor de gevolgen.”
Zaken op orde
“Eén wijkteam-medewerkster heeft me echt geholpen, sommige hulpverleners hebben wel een hart van goud. Zij stond altijd naast me. Als ik ruzie had met de kinderen vlak nadat ze terug waren, stelde ze me gerust: ‘Het komt goed, het hoeft helemaal niet altijd perfect te gaan.’ Haar ben ik zo dankbaar. Zij deed wat alle hulpverleners en instanties zouden moeten doen: er voor de kinderen én de ouders zijn.
Bij de Belastingdienst en Jeugdzorg ben je al veroordeeld voor je iets gedaan hebt. Ik snap best dat de Belastingdienst mensen wil aanpakken die ten onrechte geld krijgen. Maar een maand je bso niet betalen, iets verkeerd invullen of een document niet aanleveren, is niet hetzelfde als bewust fraude plegen. Jeugdzorg straft mensen in plaats van dat ze je gezin helpen en ondersteunen. Ik denk dat er heus wel Jeugdzorg-medewerkers zijn die goede bedoelingen hebben, maar door de werkwijze en procedures kunnen ze hun werk niet goed doen.
Dat er minstens 1115 kinderen uit huis zijn geplaatst van gezinnen die slachtoffer zijn van de kinderopvangtoeslagaffaire, verbaast me niets. Ik heb altijd al het gevoel gehad dat er iets niet klopte en dat de Belastingdienst melding deed aan Jeugdzorg en aan hulpverleners over de mensen die een schuld door de kinderopvangtoeslag hadden.
Want toen mijn kinderen me afgenomen waren, had ik binnen een paar maanden al mijn zaken op orde. In april had ik een huis en in juli was ik klaar met therapie. Toch heb ik nog tot november moeten wachten voor ze weer bij mij mochten wonen."
Een tweede kans
"Daarom wil ik naar buiten treden en is het goed dat meer ouders dat doen. Boos ben ik niet meer. Wel heb ik mijn kinderen beloofd: als we weer een beetje op poten staan, ga ik het verhaal vertellen. Ik ben niet meer bang. Ik ben eerlijk over mijn aandeel en schaam me niet meer, want ik weet dat ik niet de enige ouder ben die fouten maakt. Dit verdienden mijn kinderen en ik niet.
Uiteindelijk heb ik van de Belastingdienst de erkenning gekregen dat ze me onterecht als fraudeur hebben behandeld. Ik kreeg dertigduizend euro ‘compensatie voor het leed’ van de overheid, de Catshuisregeling. Daarvan heb ik de kinderen en mezelf een mooi geschenk gegeven: mijn zoon een GamePC, mijn dochter een iPad en mezelf een tweedehands motor.
De rest van het geld heb ik gebruikt om ons gezin een tweede kans te geven. De schulden zijn afbetaald en we zijn verhuisd naar België. In Nederland sta ik in het systeem, dossiers worden jarenlang bewaard. In België heb ik geen verleden, daar is geen Nederlandse Belastingdienst of Jeugdzorg. We zijn opnieuw begonnen en voelen ons thuis."
Wonen in België
"Het gaat nu goed met ons, maar vergeten is het nog niet. Als ik even chagrijnig ben, vragen mijn kinderen meteen bezorgd: ‘Gaat het wel goed met je, mama?’ Dat is een ding hier in huis: het moet goed gaan met mama. We praten veel over wat er is gebeurd. Voor de kinderen heb ik hulp-verlening ingeschakeld; ik wil issues vóór zijn. Wantrouwig naar instanties ben ik wel.
Ik teken niets in België, en geen dokter praat met mijn kinderen zonder mijn toestemming. Mijn grenzen geef ik aan en de artsen mogen geen dossiers uit Nederland opvragen. Ik ben assertief geworden: niemand komt aan mijn kinderen. De psychiater van de kinderen kent ons hele verhaal.
In België zijn ze geschokt over het toeslagenschandaal in Nederland. ‘Jullie moeten met z’n drieën rustig op adem komen,’ vindt de psychiater. Zo’n houding heb ik bij Jeugdzorg gemist: ‘Jullie mogen bijkomen als gezin, we helpen jullie.’ Ik merk dat het voor mijn kinderen heel belangrijk is dat ik beloftes nakom en zekerheid bied. Als ik tegen mijn zoontje zeg dat hij morgen een bepaald spel krijgt voor z’n computergame en ik vergeet het, zegt hij: ‘Ik kan je niet vertrouwen, je komt je beloftes niet na.’
Dat is echt een ding. Maar we zijn ook sterker geworden samen. Als we ruzie hebben, verzuchten we tussen-door hoe fijn het is dat we weer ruzie kunnen maken samen, dat we dat zelfs hebben gemist. Voordat ik naar mijn werk ga, drink ik nu een kop koffie in de tuin. En als mijn kinderen naar school vertrekken, zwaai ik ze uit. En elke ochtend ben ik weer dankbaar dat ik ze terug heb.”
Dit is een Real Life uit Flair 17-2022. Deze ligt van 27 april t/m 3 mei in de winkels. Wil je ‘m liever laten bezorgen? Bestellen kan hier.
Tekst: Eva Munnik | Fotografie: Charise Rozenbeek