PREMIUM
Stephan (26): ‘Ik was verslaafd aan cocaïne, ik gebruikte vier à vijf keer per week’
Stephan (26): “Sinds een paar weken heb ik een kantoorbaan in een voor mij compleet nieuwe omgeving. En hoewel het misschien raar klinkt: dat is voor een groot deel mijn redding geweest.”
“Hiervoor werkte ik in een horecazaak in Amsterdam. Een leuk bedrijf met een gezellige ploeg mensen. Helaas ook met één groot nadeel. Door een bepaald clubje collega’s werd cocaïne gebruikt. Veel cocaïne. En hoewel ik me daar in het begin verre van hield, won de nieuwsgierigheid het van mijn verstand. Ik wilde het een keertje proberen.”
Cocaïne snuiven
“De bewuste avond kan ik me nog goed herinneren. Met dat groepje waren we na het werk gaan stappen. Op een gegeven moment kwam het spul op tafel en werd het mij ook aangeboden. Ik was al een paar keer met ze de stad in geweest en elke keer was ik de enige die niet gebruikte. Maar die avond had ik geen zin om weer nee te zeggen.
Diep vanbinnen heb ik altijd geweten dat ik het waarschijnlijk ooit wel een keertje zou proberen. Maar ik heb me van tevoren nooit gerealiseerd hoe verslavend die drug is... Als je hebt gebruikt, voel je je zekerder van jezelf. Je hebt het idee dat je de hele wereld aankan.
Na die eerste keer duurde het denk ik een week of twee voor ik weer gebruikte. Na een keer of vier, vijf werd me ook gevraagd om mee te betalen. Logisch: je kunt niet op andermans zak blijven teren. En toen zat ik er helemaal in. Vanaf het moment dat ik ging meebetalen, was er geen weg meer terug.”
Verslaafd en emotioneel kapot
“Geleidelijk begon ik af te glijden. Ik werd steeds meer door het groepje opgeslokt. Cokegebruikers vormen vaak hechte clubjes, met een eigen codetaal en een enorm saamhorigheidsgevoel. Eigenlijk deel je een soort geheim met je medegebruikers. Bovendien raak je steeds meer op elkaar aangewezen. Omdat iedereen om me heen gebruikte, had ik nauwelijks door dat ik verkeerd bezig was.
Van mijn andere vrienden begon ik te vervreemden. Als ik met hen ergens was, had ik continue het idee dat er over mij gepraat werd, wat natuurlijk ook wel gebeurde. Ik werd bang in andere gezelschappen. Bang voor de manier waarop men tegen mij aan zou kijken. Terecht ook: om mijn drugsgebruik te verbloemen, loog ik op een gegeven moment over alles. Dat krijgen mensen natuurlijk door en dan vervreemd je nog sneller van elkaar.
Inmiddels gebruikte ik vier, vijf keer in de week en soms zelfs meer. Ik was verslaafd en emotioneel kapot. Nachtenlang bleef ik wakker door de coke en ik raakte uitgeput.”
Hulp nodig
“Op een dag werd ik om vijf uur ‘s middags wakker gebeld door mijn moeder. Waar ik bleef. We hadden een uur eerder afgesproken, zoals we elke week op die dag deden. Ik hing een verhaal op over hoe druk het op mijn werk was en dat ik me daarom verslapen had. Een uur later belde ze weer terug. Mijn moeder wilde wel eens weten wat er nu écht aan de hand was. Ze vertelde dat ze van mijn zusje had gehoord dat ik wel eens ‘verdovende middelen’ gebruikte.
Ik hield in eerste instantie mijn poot stijf en zei dat dat inderdaad ‘wel eens’ gebeurd was. Ik bleef dus liegen. Maar even later heb ik zelf de telefoon weer gepakt en mijn moeder huilend alles opgebiecht. Ik kon gewoon niet meer. Zowel lichamelijk als geestelijk was ik op. Ik had hulp nodig. Twintig minuten later stond mijn moeder op de stoep.
In totaal ben ik een week bij mijn ouders gebleven. Ik had geluk dat mijn vriend Tim op dat moment op wintersport was. We kenden elkaar toen nog niet zo lang, en anders was hij, gezien de staat waarin ik verkeerde, ongetwijfeld iets gaan vermoeden.”
Afkicken
“Na die week heb ik samen met mijn moeder hulp gezocht bij de Jellinek-kliniek. Op aandringen van mijn moeder heb ik ook met Tim open kaart gespeeld. Hij schrok zich in eerste instantie wezenloos. Maar in plaats van in paniek te raken, zei hij meteen mij te willen helpen.
Mijn leven was op dat moment een puinhoop. Post maakte ik bijvoorbeeld niet meer open en dat heeft natuurlijk funeste gevolgen. Dat je mobiele telefoon om de haverklap wordt afgesloten, omdat je geen enkele rekening betaalt, is nog maar het topje van de ijsberg.
Achteraf bekeken had het allemaal een stuk slechter kunnen aflopen. Vooral dankzij Tim is dat niet gebeurd. Hij wist orde in de chaos te scheppen. En zo is wat dat betreft alles weer zoals het zijn moet in mijn leven. Het is een zegen dat ik de horeca uit ben en nu een ‘normale’ baan heb, met dito werktijden. Het groepje waarmee ik gebruikte, zie ik niet meer.”
Een nieuw leven
“Ik ben met een nieuw leven begonnen. Dankzij de hulp van mijn familie en vrienden. En ja, ik voel me nog steeds schuldig over alle leugens die ik heb verteld. Nog steeds vind ik het moeilijk om met mensen over de periode dat ik verslaafd was te praten. Sommige vrienden hebben er nog nooit iets tegen mij over gezegd. Juist doordat het er nooit over gaat, blijft het tussen ons in staan.
En nee, met mijn nieuwe collega’s heb ik het niet over die tijd. Waarom zou ik? Maar helemaal vergeten kán ik het natuurlijk niet. Daarvoor heeft mijn gedrag te veel mensen verdriet gedaan. Het ergste vind ik de manier waarop ik mijn zusje voor het blok heb gezet. Ik wist dat zij door vrienden van mij op de hoogte was gebracht van alles. Doordat ik zelf niets aan mijn ouders vertelde, heb ik haar min of meer gedwongen om dat te doen. En dat zal ik denk ik nooit meer helemaal goed kunnen maken.”