Marije: ‘Sommige dagen voerde de irritatie als een schreeuwend monster de boventoon’
Zeventien waren we toen we elkaar ontmoetten. Kinderen nog maar. Voor het verhaal zou het natuurlijk leuk zijn als we op slag verliefd werden, maar dat was niet de realiteit. Ik was in die periode nogal zeker van mezelf. In mijn hoofd al een jonge vrouw met een enorme air die precies wist hoe ze jongens om haar vingers moest winden.
Franklin was niet veel anders. Die avond probeerde hij in een of andere foute beachclub in Amsterdam mijn aandacht te trekken. “Wil je met me praten?” Ik wuifde alleen maar. “Misschien later.” De rest van de avond zag hij me niet meer staan. Toen de tent dichtging, trok ik hem nog even aan zijn arm. “Hé, je wilde toch praten?”
“Ja klopt, maar jij wilde toch niet?” Blijkbaar was dat nodig om mijn aandacht te trekken, want wat volgde, was een jarenlang kat-en-muisspel van aantrekken en afstoten. We zagen elkaar af en toe, dan weer weken niet. Vaak huilde ik uit bij mijn beste vriendin als hij weer onbereikbaar was en ik dondersgoed wist dat hij er andere meiden op nahield. Maar als hij weer aan de telefoon hing, deed ik alsof het me allemaal niets kon schelen.
Liever trots dan kwetsbaar. Tot mijn vriendin er horendol van werd. “Laat die jongen toch gewoon,” riep ze meerdere keren uit. “Of spreek uit wat je echt wilt.” Volgens mij had ik zelf geen idee. Uiteindelijk kwam het goed. We raakten onze wilde haren kwijt en de periodes dat we uit elkaar waren, werden minder. En in 2008, acht jaar nadat we elkaar hadden ontmoet, was daar Kyano. Ik zie hem nog staan met zijn pasgeboren zoon op de arm. Zijn ogen glimmend van trots. We voelden ons zo volwassen.
Achteraf ben ik stiekem blij met die eerste roerige jaren. Blij dat we de tijd hebben genomen om jong te zijn en te ondervinden of we wel echt bij elkaar hoorden. We overleefden de tropenjaren met twee kleine kinderen. Sommige dagen waarin de snijdende irritatie als een schreeuwend monster de boventoon voerde. Waarom stelt hij zoveel vragen? Waarom kauwt hij zo hard? Waarom ligt die onderbroek nou wéér op de grond?
Slaap en rust bleken een levensbehoefte. In ieder geval voor onze relatie. Als ik in mijn hoofd onze liefde zou highlighten, komen de beelden naar boven van de kinderen. Avonden met iets te veel wijn en rode wangen van geluk. Van de vakanties met de zon hoog aan de hemel en de geur van zonnebrand tussen ons in.
Maar liefde is veel meer dan de highlights. Gisteren nog, na een nogal moeizame dag op mijn werk. Het chagrijn dat toesloeg. Vooral bij mij. Maar toen ik ‘s avonds met mijn huid nog rood van de hete douche naast hem in bed kroop en fluisterde “Ik hou van jou” kneep hij in mijn hand. En daar was het: geborgenheid.
Deze column komt uit Flair 15-2023.
Marije Veerman woont met Franklin, zoon Kyano en dochter Liv in Purmerend. Volg Marije via @marije.veerman op Instagram.