Marije: ‘Ik hijs mezelf uit bed en ploeter me door de druilerige dagen’
De komst van de herfst. Dat moment dat er overal bergen blaadjes op de grond liggen, de bomen rood kleuren, het weer kouder wordt, de avonden donker. Het is een moment in het jaar dat zich twee groepen onderscheiden in Nederland. Twee groepen die de rest van het jaar in harmonie samenleven. Die, als er een ander onderwerp ter sprake komt dan dit, elkaar kunnen toeknikken in volledige eenstemmigheid.
Behalve over dit. Ik durf echt wel te stellen dat de overgang van zomer naar herfst een polarisatie blootlegt in Nederland die grote vormen aanneemt.
Gisteren nog riep collega Marleen met een enthousiasme waarvan ik serieus de rillingen kreeg: “Ik wil een koude neus, guur weer, regen striemend in mijn gezicht. I love love love dit weer!” Het liefst wilde ik mijn handen over mijn oren leggen en heel hard lalala roepen. Ik was niet de enige.
Marleen blijkbaar ook niet, want nog geen minuut later was onze redactie veranderd in de Tweede Kamer op een debatdag. Aan de ene kant degenen die beargumenteerden waarom we de guurheid van de wind en de geur van rottende blaadjes (ja serieus) zouden moeten omarmen. Daar recht tegenover de vrouwen die hen het liefst zo snel mogelijk de mond snoerden. Alsof het benoemen van al die eigenschappen van de herfst het besef inwreef dat de zomer echt ten einde is en er ter plekke een groot zwart gapend gat ontstond waarin ze zichzelf zagen verdwijnen. Polarisatie had een symbool gekregen, dat van een rottend herfstblaadje.
Toen ik het voorval even later op Instagram plaatste, ontplofte mijn DM. In een van die berichten vertelde iemand (duidelijk uit team herfst) me dat herfst staat voor een fris begin. Het moment dat er weer meer structuur komt, en het laidback gevoel van de zomer ten einde is. Eindelijk weer tempo en knallen. Ik herkende dat gevoel totaal niet.
Bij mij is het eerder een gevoel van gemis. Zo’n gevoel dat je als kind had wanneer je verjaardag voorbij was en je heel goed wist dat je een jaar moest wachten om weer de hele dag cadeautjes te krijgen. De zon die vroeg opkomt, de hitte op je huid, volle terrassen, lange avonden in de tuin, de geur van bloemen, gras, zelfs van smeltend asfalt, lichtheid en vrolijkheid, ik zou me er het liefst het hele jaar in wentelen. Zo tegen het einde van oktober, als duidelijk is dat er niet nog een soort zuidelijk ingegeven Indian summer onze kant op komt, zou ik maar wat graag het vliegtuig pakken en richting het zuiden vertrekken.
In plaats daarvan hijs ik mezelf uit bed en ploeter me door de druilerige dagen, met maar één stip op de horizon: 21 maart 2023. Maar ik ben de beroerdste niet: veel plezier #teamherfst.
Over Marije
Marije Veerman (39) woont met Franklin (38), zoon Kyano (14) en dochter Liv (10) in Purmerend. Deze column komt uit Flair 44-2022. Volg Marije via @marije.veerman op Instagram.