PREMIUM
Lisanne: ‘In de avond was het bier uitgewerkt, maar het verdriet nog niet’
Toen mijn een-na-laatste ex, M., en ik ruim vier jaar geleden uit elkaar gingen, zaten we op de bank om onze inboedel te verdelen. Ik had een lijstje gemaakt met wat ik wilde hebben.
Bovenaan stond: ‘Je ouders.’ Niet dat ik hen in dezelfde categorie als het gourmetstel, de bureaustoel en de antiaanbakpan schaar, maar, zo fluisterde ik erachteraan: “Ik kan ze niet missen, denk ik.” Het is altijd het verneukeratieve bij een breuk. Ineens zie je de naasten die het dichtst naast je geliefde staan – ik noem ze de naast-naasten – ook niet meer.
M. ging akkoord, zijn moeder appte me nog geen dag later: ‘Ik ben er nog.’ We wisten allebei dat dat ‘ik ben er nog’ anders zou worden, maar wisten nog niet hoe dat dan anders zou zijn. De enige zekerheden die ik al wel had, deden zeer: geen feest- en verjaardagen meer samen. Ze zou niet de oma van mijn kinderen worden. Bij de gedachte aan dat laatste wapenfeit kromp mijn hart telkens ineen, weet ik nog.
Diezelfde hartkramp voelde ik afgelopen carnaval, toen ik de vrienden van de laatste ex – de Brabo – weer onder ogen kwam. Toen ik de Brabo leerde kennen, galoppeerde hij met sneltreinvaart mijn hart binnen.
Vlak daarachter volgden tien vrienden, die mijn naast-naasten werden, en daar kwam nog bij: een heel lieve schoonfamilie. Een groepsapp. Uiteten, wijntje vanavond?, vrijgezellenfeesten, lief delen, picknick langs het water, leed delen, het eerste Ardennen-weekend, dansen op de bar, verjaardagen, carnaval, fucking lekker weer vandaag wie komt er barbecueën, het tweede Ardennen-weekend, een veel te lange kanotocht, ADE, weer carnaval, een huwelijksaanzoek – en dan ongegeneerd huilen bij dat aanzoek, want: ook jóúw vrienden.
Met carnaval ook weer: huilen. Andersoortig huilen. Troostknuffels volgden toen ik ze zag, kussen op wangen, harde grappen, natuurlijk ook harde grappen, alsof ik nooit was weggeweest en tegelijkertijd besefte ik hoe erg ik al weg was.
’s Avonds was het bier uitgewerkt, maar het verdriet nog niet. Geen feestjes, geen groepsapp, iedereen heeft nog wel duizend keer zin in een wijntje maar ik ben er duizend keer niet bij, geen verjaardagen, nog wel huwelijksaanzoeken en Ardennen-weekenden, maar zonder mij.
Ik appte degene van wie ik wist dat ze me kon helpen: de moeder van de vorige ex, M. Ze had de daad bij het woord gevoegd: ze was er, na ruim vier jaar, nog steeds. ‘Ik ben gewoon zó verdrietig om de vriendengroep,’ zei ik, en ze appte me dat ook dat erbij hoorde, en dat ik het aankon, dit verdriet, en dat het dan vervolgens minder zou worden. ‘Dankjewel,’ appte ik, en zij: ‘Als er nog iets is, kun je me altijd appen.’
Wat het mooie is aan een relatiebreuk: naast-naasten komen ongevraagd je hart binnen. En als je ex dat hart met een sneltreinvaart weer uit is gegaloppeerd, niet te houden zijn tempo, kun je ervoor kiezen de naast-naasten erachteraan te laten gaan, maar je kunt ze ook laten blijven. Op een andere manier, dat wel, onvermijdelijk, totaal anders, vriendschap in sluimerstand, op de achtergrond, misschien op een gegeven moment steeds minder, maar nog wel: heel erg gekoesterd.
Deze column van Lisanne komt uit Flair 11-2023. Meer van dit soort verhalen lees je wekelijks in Flair.
Journalist Lisanne van Sadelhoff (32) woont met haar hond Leo in Utrecht. Elke week schrijft zij in Flair over wat haar bezighoudt.