Lisanne: 'Ik stelde geen vragen. Dat voelde brutaal'
Ik had duizend vragen, de eerste avond dat Natalia bij mij op het puntje van mijn bank zat met een kop dampende thee in haar handen. Er zat hier een vrouw, niet veel ouder dan ik, die regelrecht uit de hel was gekomen die we al wekenlang al op tv hadden gezien. Waar we buikpijn van kregen, die ons kleding liet inzamelen en blauw-gele vlaggen deed ophangen.
Duizend vragen, maar voelde brutaal
'En nu was de oorlog in Oekraïne bijna fysiek aan te raken in mijn eigen woonkamer. Ik had duizend vragen. Hoe is ze gevlucht, wat heeft ze meegemaakt, kan ik haar helpen, heeft ze psychische hulp nodig, wie liet ze achter, hoe gaat het met de mensen, kunnen we die mensen helpen, hoe communiceert ze met ze? Ik stelde er geen. Het voelde brutaal. Bovendien: waar moest zíj beginnen, in gebrekkig Engels dat niet verder ging dan yes, no, thank you, so so so thank you, thank you very much (it’s okay, it’s fine, don’t worry, you don’t have to say that, I am so sorry for you, Natalia)."
Natalia had geen huis meer, ze verbleef een paar weken bij mij totdat er een permanentere, grotere plek zou zijn geregeld. Terwijl ik haar uitlegde waar de douche was, aaide ze Leo, mijn zachtaardige lieve Leo, die voor haar voeten was komen zitten, niets van haar verlangde, niets tegen haar zei, maar daar gewoon zat.
Met elk aaitje werd Natalia rustiger, ze fluisterde Oekraïense woordjes in zijn oor, ik besloot te zwijgen en zette het ontbijt klaar voor morgen – zou ze hagelslag kennen?"
Het overkomt je
"Dat alles is nu bijna zes maanden geleden. Natalia heeft nu een eigen woonplek, ze woont op een door de gemeente geregelde boot met tientallen andere Oekraïners. Ze heeft vrienden. Ze heeft werk. Ze praat Engels. Ze legde me, uit zichzelf, alsof ze er toen aan toe was, op het bovendek van haar huis met uitzicht op het Amsterdam-Rijnkanaal, uit hoe het ging. Dat vluchten. Dat er niet één moment is waarop je denkt: nu vertrek ik. Dat gebeurt vaak, zo vertelde ze, in de chaos van het moment, het overkomt je, en pas toen ze in Polen was, besefte ze: volgens mij ben ik gevlucht. En in Duitsland besefte ze: dan ben ik nu dus een vluchteling.
Natalia liet me zien hoe je verdrietig kunt zijn om wat je niet meer hebt, maar hoe dat ook in no time kan worden afgewisseld met immense trots – als ze bijvoorbeeld ergens de Oekraïense vlag ziet hangen. Ze leerde me dat ook in de oorlog humor nooit verloren gaat: grijnzend liet ze me een app zien waarop in real time werd bijgehouden in welke provincies de Russen waren. De Russen waren afgebeeld in de vorm van kleine varkentjes. ‘The pigs,’ gniffelde ze."
De stilte die het beste past
"Deze week bezocht ze Oekraïne, ze leerde me dat een oorlog niet altijd zo zwart-wit is als wij denken: er zijn plekken waar het dodelijk is, maar er kunnen ook plekken zijn waar het rustig is. Ze appte me selfies met haar zoon, haar familie, een altaar in Polen op de terugweg.
Ze lacht op de foto’s, maar even later kreeg ik een selfie van haar, met een kussen dat haar moeder had meegenomen uit haar ouderlijk huis – het huis dat er nu niet meer staat. ‘Ik gebruik het om mijn gezicht in te drukken als ik moet huilen,’ stuurde ze erbij. Ik had weer duizend vragen: hoe was het daar, heb je overwogen om te blijven, voelde je je onveilig, hoe was het om weer te vertrekken, maar ik stuurde alleen een hartje. Soms is het de stilte die het beste past."
Journalist Lisanne van Sadelhoff (32) woont met haar hond Leo in Utrecht. Elke week schrijft zij in Flair over wat haar bezighoudt.
Deze column van Lisanne komt uit Flair 37-2022. Meer van dit soort verhalen lees je wekelijks in Flair. Wil je een editie (na)bestellen? Dat kan hier.
Beeld: Bart Honingh