artikelbeeld Lisanne Beeld Dorian Jurne
artikelbeeld LisanneBeeld Dorian Jurne

Lisanne: ‘Hij keek me niet aan, hij keek dwars door me heen’

Ik hield niet van wandelen. Toch heb ik een hond. Ik kan nog steeds, deze week ook weer, soms naar Leo staren, en staren, en dan denk ik: dit is gewoon mijn hond, mijn hónd, ik heb dus gewoon die keuze gemaakt en nu ben ik iemands baasje en ik kan me dan nog steeds afvragen hoe dat toch mogelijk is.

Ik bedoel, behalve dat ik dus lijd aan pertinente wandelhaat, was ik toch ook altijd zo’n ooit-roeper. Ooit heb ik genoeg tijd. Ooit heb ik genoeg ruimte in mijn leven. Ooit heb ik zin om te wandelen. Dus ooit neem ik een hond.

Maar voordat het ‘ooit’ werd, was hij daar. Ik ontmoette hem in een met pis doordrenkte tuin van een vrijwilligster die vlooierige zwervers uit Roemenië opving. Hij keek me aan met die geel-gouden ogen van hem, of nou ja, hij keek me niet aan, hij keek dwars door me heen, alsof hij met één blik zag wat mijn verdriet was, en mijn plezier, en hij begreep het echt, of nou ja, zo voelde het, misschien – waarschijnlijk – dacht hij toen alleen maar aan cervelaatworst of broodjes carpaccio, maar toen wist ik nog niet hoe geobsedeerd mijn hond was door eten.

Leo was tot dan toe alleen en ik ook en toen waren we dus samen nooit meer alleen. Ik maak weleens de vergelijking, als ik het met iemand heb over liefde, en hoe je dat dan kan uitdrukken: ik betaalde in die tijd 250 euro voor Leo: voor zijn vliegreis naar Nederland, castratie en de eerste weken voer. Dat vond ik een redelijk bedrag, maar als ze me 1000 euro hadden gevraagd, had ik dat exorbitant gevonden (‘voor dit scharminkel?!’) en waarschijnlijk ook niet betaald. Vraag me nu hoeveel ik zou betalen als ik Leo opnieuw zou moeten kopen, en ik zou er duizenden euro’s voor over hebben. Voor dit scharminkel.

Hij is mijn ledemaat die ik af en toe af kan doen maar dan wel mis. Laatst was ik onderweg naar de redactie en keek ik in de achteruitkijkspiegel: hij zat me prinsheerlijk vanaf de achterbank aan te kijken. Ik had hem, als vanzelf, automatisch, ingeladen in de auto, want dat is wat er het vaakst gebeurt: waar ik ga, gaat hij. En als ik niet ga, wacht hij. Thuis. In zijn mand, en oké, stiekem op de bank, al is dat niet stiekem want hij laat altijd een heel spoor haren na.

Die haren, dus. Die neem je op de koop toe, al kun je je dat van tevoren niet voorstellen. Je denkt ook niet dat je zo iemand kan worden, die ’s avonds laat nog door weer en wind naar buiten gaat en dan zegt: “Doe nog maar even plasje, ja, goed zo.” Je denkt niet dat je zo iemand wordt die praktische wandelschoenen koopt. En je denkt ook niet dat je iemand wordt die zich schuldig voelt als je de korte route loopt in plaats van de lange (en dat je dan zegt, sorry, morgen doen we de lange, en dat je morgen dan ook echt de lange doet, omdat je het hebt beloofd). Maar je wordt dus zo iemand. Het gebeurt vanzelf. En dan zijn er dus ineens van die momenten, die je kunnen overvallen, waarop je naar je huisdier kijkt, en denkt: hoe heb ik toch óóit zonder jou gekund?

Dit ‘Dagboek van Tess’ staat in Flair 18-2023. Meer van zulke verhalen lees je wekelijks in Flair.

Journalist Lisanne van Sadelhoff (32) woont met haar hond Leo in Utrecht. Elke week schrijft zij in Flair over wat haar bezighoudt.

Lisanne van SadelhoffDorian Jurne

Op alle verhalen van Flair rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@flair.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden