artikelbeeld Lisanne Beeld Dorian Jurne
artikelbeeld LisanneBeeld Dorian Jurne

Lisanne: ‘Ha wijffie,’ zei er één. En de ander hield zijn thermoskan koffie omhoog: ‘Proost op de maandag’

Ik wenste de mannen een goede morgen, maar zo goed was de morgen niet. Mijn ochtend verliep tot dusverre namelijk zo:

07.00 uur wakker worden van een drilboor die zich gevoelsmatig op het hoofdkussen naast mij bevond

07.01 uur hopen dat de drilboor stopt, please laat het stoppen laat het stoppen

07.07 uur uit het raam kijken en roepen ‘STOPPEN’, wat niemand hoort want mijn gekrijs is hard maar niet harder dan de gemiddelde drilboor

07.08 uur terug in bed, weer hopen dat de drilboor stopt

07.12 uur opstaan omdat de drilboor niet klinkt alsof-ie wil stoppen

07.13 uur: douchen in de hoop dat het water de drilboor overstemt

07.14 uur: concluderen dat het water de drilboor niet overstemt

07.15 uur: kapot

Ik wist dat ze zouden komen, de bouwvakkers, want de woningbouwvereniging die eigenaar is van de helft van de huurwoningen in mijn straat had een Verbouwing Des Doods gepland. Of, nou ja, die bewoording had ík eraan gegeven, want ik zag er heel erg tegenop: drie maanden lang hard geluid, amper parkeermogelijkheden, rommel en mensen in míjn straat. In folders en brieven werd vooral gesproken over ‘noodzakelijke verbouwingen’, en ‘minimale overlast’. Toen ik die drilboor hoorde, vroeg ik me af wat daar minimaal aan was.

Toen tijdens mijn ontbijt het orkest compleet werd met hamers, googelde ik hoe je moest omgaan met geluidsoverlast. ‘Lokaliseer waar het geluid vandaan komt.’ Kind kon de was doen. De volgende stap was: ‘Ga in gesprek met de mensen die de overlast veroorzaken.’ En stap 3: ‘Probeer afspraken te maken met deze mensen.’ Want, zo was de psychologie achter dit pragmatische stappenplan: wie het gevóél heeft invloed te hebben op de overlast, heeft er uiteindelijk minder last van.

Het stappenplan werd een uitdaging, want ik kon moeilijk vragen of er rekening kon worden gehouden met het zeer onregelmatige douche-eet-werk-en uitslaapschema van één klagende bewoner. Sterker nog: ik had zélf al moeite dat schema bij te houden. Ik opende mijn voordeur, stond per direct op een bouwplaats en op het punt om te gaan mopperen. Overal zand, zakken, gereedschap, pallets, busjes, stenen, een kraan, en ook, vooral, heel veel, bouwvakkers.

Een of twaalf veel te vrolijke gezichten (hoe dan, zo vroeg, zo koud?) keken me vanonder hysterisch gele helmen aan. “Ha wijffie,” zei er één. En de ander hield zijn thermoskan koffie omhoog: “Proost op de maandag”. De derde zei niets tegen me, maar was zijn lunch – boterhamworst – al aan het delen met mijn hond.

Sindsdien is Leo een paar kilo aangekomen en heb ik elke ochtend een gratis goedemorgen-koor in mijn straat. Als ik in hardloopkloffie mijn huis verlaat, word ik aangemoedigd, “goedzo wijffie”, als ik in mijn auto stap, wensen ten minste tien mensen me een fijne werkdag. “Zet hem op hè,” zegt er dan altijd wel één (of twee of drie of acht), duimpje omhoog. Als ik zelf pauze heb, deel ik koekjes uit.

Zo gaat het nu drie maanden. Inmiddels staan er steeds minder cementzakken in de straat, de kraan is al niet meer nodig, de huizen zijn beetje bij beetje ineens afgemaakt zonder dat ik het doorhad. Ik stond even stil, midden in mijn straat, kneep mijn ogen tot spleetjes, probeerde ze weg te denken, de geelhelmen, het gefluit, de radio, het valse meezingen, het vrijmi-biertje – wat zou het stil worden.

Deze column van Lisanne komt uit Flair 14-2023. Meer van dit soort verhalen lees je wekelijks in Flair.

Journalist Lisanne van Sadelhoff (32) woont met haar hond Leo in Utrecht. Elke week schrijft zij in Flair over wat haar bezighoudt.

Lisanne van SadelhoffDorian Jurne

Op alle verhalen van Flair rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@flair.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden