Gwen: ‘Je kunt maar beter zo snel mogelijk heel veel op je bek gaan’
Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik kreeg op de basisschool stickers. Niet zomaar hoor, alleen als ik het echt goed had gedaan. En met een beetje mazzel kreeg ik er nog een krul bij. Zo’n hele mooie sierlijke die bij iedere meester/juffrouw weer anders was.
Uiteindelijk veranderde dit systeem een beetje. De leukste leraren gaven echt af en toe nog wel een sticker, maar de letters waren toonaangevend. (O)nvoldoende, (V)oldoende, (R)uim(V)oldoende, (G)oed en (Z)eer(G)oed. Als er een ZG op je proefwerk stond dan was het feest, maar bij een O was er werk aan de winkel. Mijn ouders hebben me altijd alle ruimte gegeven en waren net zo trots op een onvoldoende als een voldoende. Maar het gemis van de krullen en de stickers, dat was er.
Als ik terugdenk aan die periode, dan werd er op dat moment nog meer getriggerd. Het voelde alsof het allemaal leuk en aardig was tot nu toe, maar dat het echte leven nu ging beginnen. Ik kan me nog goed herinneren dat het voelde alsof er een nieuw tijdperk was aangebroken. Weg zorgeloosheid, hallo prestatiedrang. (Ik was nogal een intens kind voor het geval je het nog niet door had.) Hoe hard er ook geroepen werd dat fouten gemaakt mochten worden: ik was het er niet mee eens. Je wil het toch gewoon goed doen!?
Die mindset is best wel even blijven plakken en zat me in de weg. Na een aantal gelukkige jaren bij BNN was het hoog tijd om uit te vliegen. Ik wist niet veel, maar ik wist wel dat het tijd was om te gaan maken wat ik zelf wilde, zonder gebonden te zijn aan het – tergend langzame – tempo van de publieke omroep. Maar dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Niet één, niet twee, maar wel drie pilots werden gemaakt en door mezelf volledig afgeschoten.
Ik hoorde alle stemmen in mijn hoofd die me tot dan toe in mijn carrière hadden gecoacht: “Het is niet goed genoeg.” “Wie zit hier op de te wachten?” “Ik geloof niet wat je zegt.” “Waarom maken we dit eigenlijk?” De grote hoeveelheden opbouwende, en soms niet zo opbouwende, kritiek zaten in mijn hoofd gebakken. Op het eerste dat ik naar buiten breng dat helemaal van mezelf is, zal ik ook nog eens helemaal in mijn eentje worden afgerekend. Ik ga voor niets minder dan perfect. Punt.
Anderhalf jaar later zat ik met mijn voeten in het zand het boek Big magic van Elizabeth Gilbert te lezen. Ze vertelde me daarin dat de kans klein is dat je in één keer iets perfect doet. Van elke keer dat iets niet lekker gaat, leer je. En je kunt eigenlijk alleen maar goed worden in iets als je zoveel mogelijk van die lessen verzamelt.
Falen bestaat eigenlijk helemaal niet. Er is alleen maar leren. Kortom: je kunt maar beter zo snel mogelijk heel veel op je bek gaan. Op het moment dat ik het las, veranderde mijn leven. Ik gaf mezelf ter plekke toestemming om fouten te maken. Want als er iets is wat ik graag wil, dan is het zo snel mogelijk beter worden in wat ik doe. Mijn kwetsbaarheid veranderde ter plekke in kracht.
Zo zie je maar weer. Iets kleins, zoals een paar regels in een boek, kunnen je leven op z’n kop zetten. Mijn eerste project, #METZNALLEN depodcast werd een groot succes. Was het perfect? Verre van. Maar ik geef mezelf een ZG, een sticker en een krul omdat ik zoveel geleerd heb van alle keren dat ik onderweg op mijn bek ben gegaan. Ik kan het iedereen aanraden!
Deze column van Gwen komt uit Flair 15-2023. Meer van dit soort verhalen lees je wekelijks in Flair.
Gwen van Poorten (32) is presentatrice en maakt de podcast #metznallen. Ze woont met haar vriend in Amsterdam.