PREMIUM
Floor Faber #79: ‘Larissa ziet eruit of ze een dodelijke ziekte heeft’
In de kantine van het ziekenhuis roert Tijmen met een doodmoe gezicht in een kop zure koffie. Voor hem ligt het rompertje dat ik voor zijn pasgeboren dochtertje Dewi heb gekocht. ‘Ze kan het nog lang niet aan, zegt hij. ‘Ze is nog zo ieniemienie, maar net wat groter dan mijn hand.’
Zondag
‘Hoe is het nu met Larissa?’ ‘Zwakjes, maar het gaat al beter. Ik dacht echt dat ze erin bleef.’ En dan vertelt hij me over de bevalling. ‘Donderdag begonnen de weeën maar Larissa dacht dat het voorweeën waren omdat ze drie weken later was uitgerekend. Vrijdag kwam de verloskundige en die stelde vast dat ze een centimeter ontsluiting had. Ze moest maar bellen als ze om de vijf minuten weeën had.
Toen was Larissa al kapot omdat ze de hele nacht niet had geslapen. De hele vrijdag ging dat zo door en toen besloot de verloskundige zaterdagochtend dat ze naar het ziekenhuis moest komen omdat de ontsluiting op vier centimeter bleef hangen. Larissa kreeg wee-opwekkers, en toen die goed op gang waren, bleek de baby een sterrenkijkertje te zijn. Dat betekent dat ze met haar hoofdje omhoogkeek, in plaats van omlaag waardoor het voor Larissa veel moeilijker was om haar eruit te persen.
Ze probeerden het met een tang, maar ook dat lukte niet. Larissa lag te loeien als een koe in nood, het was verschrikkelijk. Toen werd besloten dat ze een spoedkeizersnee kreeg. Ineens ging alles heel snel, ze werd een operatiezaal ingereden, ik kreeg een operatiepak aan ging naast Larissa zitten. Achter een groen scherm waren de artsen aan de slag en het volgende moment hielden ze Dewi omhoog.
Een slap grijs ding. Ze namen haar ter controle mee en ik werd de operatiekamer uitgestuurd omdat ze Larissa moesten dichtnaaien. Stond ik daar alleen in de gang, zonder vrouw, zonder kind. Geen idee of ze het zouden redden. Ik voelde me zo verloren. Toen heb ik jou gebeld.’ ‘Sorry, dat ik niet opnam. Ik was uit met een vriendin.’
‘Geeft niet.’ Hij kijkt op zijn horloge. ‘Het bezoekuur begint zo. Charlotte en Beau komen er ook zo aan, denk ik.’ We lopen naar de hal van het ziekenhuis om de kinderen uit zijn eerste huwelijk op te wachten. Even later staan we met z’n vieren in de lift en Tijmen geeft ze een heel rooskleurige beschrijving van de bevalling ‘Maar Larissa is nog wel erg moe.’
Larissa ziet eruit of ze een dodelijke ziekte heeft, en knikt naar de doorzichtige wieg naast haar. ‘Dat is jullie zusje, Dewi.’ De baby heeft een wit mutsje op, gebalde vuistjes en een rood verontwaardigd gezichtje, of ze is weggerukt uit het paradijs. Tijmen haalt haar uit de wieg om haar aan de kinderen te laten zien. Daarna mogen ze haar om de beurt op schoot nemen tot ze zachtjes begint te huilen. ‘Ik denk dat ze moet drinken,’ zegt Larissa, ‘geef haar maar hier.’
Ze ontbloot haar borst waardoor ik een glimp zie van een verrassend grote bruine tepel en legt de baby aan. Ik weet dat ik dit een ontroerend plaatje moet vinden, maar ik vind het voornamelijk dierlijk en helemaal als ik Larissa’s van pijn vertrokken gezicht zie. ‘Laten we maar gaan, jongens,’ zegt Tijmen.
‘Als je liever bij Larissa wil blijven, dan neem ik ze wel mee en breng ik ze vanavond naar je toe.’ Larissa en Tijmen overleggen en zeggen dan dat dat heel fijn zou zijn. En dus rijd ik even later met twee tieners achterin naar huis. Een tikje nerveus, omdat ik niet zo handig ben met kinderen en geen idee heb wat ze leuk vinden of wat ze eten. Gelukkig is Kevin thuis. Hij gaat meteen tosti’s maken en stelt daarna voor het 30 Seconds te gaan spelen. En dan wordt het zomaar een supergezellige middag.