Eva: ‘Misschien is het probleem niet mijn lijf. Misschien zijn het mijn gedachten’
2016: Ik kijk naar foto’s van een meisje dat dunner wil zijn. Foto’s van mezelf, even geleden. Ik was niet blij met wat ik destijds in de spiegel zag en wilde het liefst afvallen. Dat probeerde ik door zo min mogelijk te eten.
Toch vond ik mezelf nog te dik. Nu kijk ik naar dat meisje van toen – als veertienjarige, zestienjarige, achttienjarige – en ik denk: wat zag ik er goed uit. Waarom had ik dat toen niet door? Misschien was het probleem niet mijn lijf. Misschien waren het mijn gedachten.
2017: Ik kijk naar mezelf in de spiegel na nog geen twee dagen diëten. Ik denk te zien dat ik nu al slanker ben, maar dat kan natuurlijk helemaal niet zo snel. Waarom voel ik me dan toch beter? Misschien is het probleem niet mijn lijf. Misschien zijn het mijn gedachten.
2018: Ik kijk naar de broek die ik te klein kocht, maar nu eindelijk past. Dit zou het moment zijn dat ik blij moet zijn. Hier had ik naartoe gewerkt. Waarom voelt het dan alsof dit streeflichaam nog beter moet? Misschien is het probleem niet mijn lijf. Misschien zijn het mijn gedachten.
2019: Ik kijk naar de kledingstukken aan het haakje in de paskamer. De M was te groot, dus ik probeer de S en zowaar past die. Het voelt alsof ik een heuse prestatie heb geleverd. Toen ik een paar weken eerder in een andere winkel een L nodig had, baalde ik toch. Mijn lijf is niet veranderd in de tussentijd. Waarom hecht ik dan toch zo veel waarde aan die maat? Misschien is het probleem niet mijn lijf. Misschien zijn het mijn gedachten.
2020: Ik kijk naar de branding op het strand. Mensen rennen de zee in en uit. Ik kijk naar ze, ze hebben plezier. Geen seconde let ik op hun lijven, hoe hun huid golvend vouwt als ze zitten, hoe hun benen deinzen tijdens het rennen. Waarom denk ik dat iedereen wel zo naar mij kijkt? Misschien is het probleem niet mijn lijf. Misschien zijn het mijn gedachten.
2021: Ik kijk naar vriendinnen. Vriendinnen met veelal eenzelfde postuur als ik. En ik vind ze bloedmooi. Geen seconde komt in me op dat hun armen dunner moeten of hun taille smaller. Waarom denk ik dat wel over mezelf? Misschien is het probleem niet mijn lijf. Misschien zijn het mijn gedachten.
2022: Ik kijk op Instagram naar allerlei soorten mensen. Laatst las ik dat het goed is om mijn feed diverser te maken, omdat een bredere representatie van lijven goed is voor mijn zelfbeeld. Ik zie allerlei soorten lijven. Grote billen, kleine billen, platte buiken, ronde buiken. Net als honderd madeliefjes stuk voor stuk anders en toch prachtig zijn, zijn deze vrouwen dat ook. Waarom vind ik dan dat mijn postuur nooit goed genoeg is? Misschien is het probleem niet mijn lijf. Misschien zijn het mijn gedachten.
2023: Ik kijk in de spiegel. Ik zie een lijf dat dunner en dikker is geweest, dat soms in een S en soms in een L past, dat vouwt en trilt en deukt, dat soms op anderen lijkt en soms totaal niet. Ik zie een lijf dat zacht en rond is op plekken, sterk en plat op andere. Best knap, hoe dit hoopje cellen me toch al een kwart eeuw effectief over deze planeet rond duwt. Ik zie een lijf waar ik eigenlijk best dankbaar voor ben. Blij en trots, misschien zelfs wel. Misschien is het probleem niet mijn lijf. Misschien zijn het mijn gedachten.
Deze column van Eva komt uit Flair 16-2023. Meer van dit soort verhalen lees je wekelijks in Flair.
Eva Breda (25) schrijft, creëert en pluist uit. Ze maakte de podcast Komt een meid bij de psych en probeert het leven, het vrouw-zijn en zichzelf iedere week een stukje meer te ontdekken en ontplooien in haar columns.