Eva: ‘Dankjewel kapitalisme, kortingen, kutalgoritmes en koopdrang’
Terwijl de winkels volhingen met ‘girls support girls’-sweaters en ‘girlboss’-tops, droeg ik een shirt met ‘#feminist’. Ik wist als achttienjarige nog weinig over feminisme, maar wel wist ik dat ik het belangrijk vond dat vrouwen dezelfde kansen, lonen en vrijheid als mannen kregen. Dat droeg ik uit. Letterlijk.
Met een shirt dat me zo’n tien euro had gekost. Een shirt waarvan ik nooit op het label had gekeken, maar waar ik hoogstwaarschijnlijk ‘made in [insert lagelonenland]’ zou aantreffen. Een shirt dat gemaakt was door een onderbetaalde en ondergewaardeerde vrouw ergens aan de andere kant van de planeet.
We lopen er graag mooi bij voor zo min mogelijk maar de echte prijs voor wat we dragen, wordt vaak betaald door een vrouw ergens ver buiten ons blikveld. Pas toen ik een paar jaar geleden de podcast De Klerenbende begon, over hoe je met een klein budget een beetje bewust kunt shoppen, schrok ik me wild. Niet alleen bleek de mode-industrie een van de meest vervuilende industrieën van de wereld - vliegen is er niets bij - maar ook de meest uitbuitende.
Tachtig procent van de medewerkers in de mode-industrie bestaat uit vrouwen tussen de achttien en vijfentwintig jaar. Vaak werken ze niet alleen zonder pauze in een werkomgeving vol giftige stoffen en giftige werkgevers die niet vies zijn van seksueel wangedrag of geweld, maar krijgen zij ook gemiddeld nog geen drie euro betaald voor een werkdag van veertien uur. Zie dan maar eens financieel onafhankelijk te worden.
Waar de meeste modebedrijven claimen ‘banen te creëren’, doen zij weinig meer dan het in stand houden van moderne slavernij. Maar goed, onder een sausje van feministische leuzen en empowering buzzwords én voor een klein prijsje, poets je als multinational snel weg dat de vrouwen die de kleding maken amper in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien.
Wie echt ethisch wil shoppen, betaalt al gauw driehonderd euro voor een jurk. Laten we eerlijk zijn: dat hebben de meesten van ons niet zomaar liggen. Toch merk ik dat ik me niet meer comfortabel voel in een sweatshirt, wetende dat het vlak daarvoor nog in een sweatshop lag. In de handen van een vrouw met dezelfde leeftijd als ik, die dezelfde kansen zou moeten krijgen. En dus koop ik tegenwoordig liever niets, al is dat makkelijker gezegd dan gedaan.
Dankjewel kapitalisme, kortingen, kutalgoritmes en koopdrang. Daarom probeer ik tegenwoordig de merken waar ik shop eerst kort door de keuring te halen op Good On You: een app die voor jou checkt hoe ethisch en duurzaam modemerken bezig zijn. Twee keer per jaar sta ik mezelf toe om mijn gespaarde geld uit te geven aan iets écht duurs, duurzaams en daadwerkelijk feministisch van een merk dat vrouwenemancipatie in lagelonenlanden ondersteunt. Zo’n item is dan wel een klap duurder dan het shirt dat ik als achttienjarige droeg, maar behoeft geen feministische leus om een statement te maken.
Deze column van Eva komt uit Flair 19-2023. Meer van dit soort verhalen lees je wekelijks in Flair.
Eva Breda (25) schrijft, creëert en pluist uit. Ze maakte de podcast Komt een meid bij de psych en probeert het leven, het vrouw-zijn en zichzelf iedere week een stukje meer te ontdekken en ontplooien in haar columns.