Kiki Faber (27) – inderdaad het nichtje van de welbekende Floor Faber – woont in Amsterdam, waar ze met haar grote mond, impulsiviteit en chaotische gedrag genoeg dingen meemaakt. Op viva.nl/kiki deelt ze elke week haar belevenissen.
Lees ook:
Kiki #124: ‘Ik sluit mijn ogen zodat ik alleen nog het ritme en zijn lichaam voel’
Woensdag
Finn hoor ik al voordat ik hem zie. In de schaduw van een boom zit hij te pingelen op zijn gitaar. Gebruinde kop, grijsgroen t-shirt aan, verwassen petje op zijn hoofd. Hij ziet er zo lekker uit, en toch kan ik me niet voorstellen dat ik het ooit met hem zou doen. We kletsen een poosje en dan speelt hij het intro van een bekend nummer. Ik val in en tijdens het refrein neemt hij de tweede stem op zich. Een stelletje dat hun hondje uitlaat komt luisteren, een groepje meiden, een jongen met een skateboard. Als het nummer is afgelopen, zet Finn zijn petje af en legt dat voor ons op de grond. We zingen nog een nummer, en ik zie de een na de ander voorbijganger geld gooien in de pet. Dat gaat goed! Als we een minuut of twintig bezig zijn, roept er iemand ‘Kijk uit BOA’s!’ Finn vraagt of het publiek wil doorlopen en ik prop zo snel mogelijk het geld in mijn tasje en zet dan de pet op. Wanneer twee mannen in uniform voor ons staan, pingelt Finn een vaag melodietje en kijk ik nonchalant op mijn telefoon. ‘Wij kregen een melding dat hier een straatmuzikant aan het spelen was.’
‘Oh ja?’ zegt Finn. ‘Dat waren wij niet, hoor. Misschien even verderop?’
Zodra de BOA’s uit zicht zijn, keer ik mijn tasje om en tel het geld. Bijna dertig euro hebben we aan ons optreden verdiend.
Vrijdag
Na mijn werk fiets ik naar Kees met aan mijn stuur een tas vol eten voor vanavond. Al dagen is het bloedheet. In de supermarkt is het qua temperatuur prima uit te houden, maar het tuincentrum waar Kees werkt, is een tropische kas. Gisteren was er een klant van zijn stokje gegaan. Ik zet de boodschappen in zijn koelkast, en ga met een boek in zijn hangmat zitten wachten tot hij thuiskomt. De geluiden van de stad zijn anders met deze hitte. Als ik mijn ogen dichtdoe, kan ik me zomaar voorstellen dat ik bij een openluchtzwembad zit.
Ik schrik wakker van Kees die een ijskoud blikje tegen mijn wang houdt. ‘Jij ook een biertje?’ Hij trekt zijn polo uit en komt naast me zitten.
‘Nog gelachen vandaag?’ vraag ik.
‘Nope.’ hij klokt het blikje in een keer leeg. ‘En jij? Was die kamer nog wat?’
‘Ik kreeg een appje dat ie toch naar iemand anders is gegaan.’ Zwijgend schommelen we een poosje in de hangmat. ‘Als ik eind deze maand nog niets heb, dan kan ik toch wel tijdelijk bij jou wonen?’
Een geïrriteerde zucht. ‘Hier hebben we het al over gehad. Ik woon te klein, en daarnaast mag het van de huisbaas niet.’
‘Of die hier ooit komt kijken!’
‘Het kan gewoon niet, Kiek. Houd er nou eens over op.’ Hij stapt uit de hangmat waardoor die flink heen en weer zwengelt. ‘Er komt vast wel een oplossing. Nou, ik ga douchen.’
Tranen prikken in mijn ogen. Blijkbaar vindt hij het wel prima als ik bij mijn moeder in de provincie ga wonen waardoor we elkaar veel minder kunnen zien. Houdt hij wel van me?